Commentaar: Poetin zet Ruslands status als grootmacht op het spel
Het gaat in Oekraïne niet zoals in mei 1940, toen het Duitse leger met duizenden manschappen en parachutisten de Nederlandse grens over kwam. Maar toch is het niet overdreven om van een Russische invasie in Oekraïne te spreken.
Al vanaf het begin van het conflict is er sprake geweest van betrokkenheid van Russen. ”Poetin-toeristen” werden ze grappend genoemd. Vaak ging het om burgers die in groepen de grens overkwamen om in steden zoals Donetsk te gaan demonstreren. Maar inmiddels moeten er duizenden Russische militairen in het land zijn.
Het hoofdkenmerk van het Oekraïense conflict is dat niemand precies weet waar hij aan toe is. De Russische regering in het Kremlin houdt zich volkomen van de domme. Deze week nog gaf president Poetin tijdens zijn ontmoeting met zijn Oekraïense ambtgenoot Porosjenko aan dat hij naar vrede wilde streven.
Wie echter op de daden van Rusland let, voelt het wantrouwen in zich opkomen. Rusland streeft immers niet naar vrede, maar destabiliseert zijn buurland waar het kan. De Russische beer is hier de grote stokebrand.
Het is –in theorie– mogelijk dat het Kremlin niet weet van de aanwezigheid van duizenden militairen in Oekraïne. Maar dat zou dan wel een geweldige aanfluiting zijn. Het zou betekenen dat Rusland geen discipline in zijn eigen gelederen kent. Elk modern land dat hoort dat zijn manschappen bij de buren onrust stoken, zou zonder uitstel maatregelen afkondigen.
Bij de inname van de Krim in maart hield president Poetin zich eerst ook van de domme. Er waren wel militairen, ja, dat had hij ook op tv gezien. Maar een paar weken later, toen hij de inlijving van het schiereiland in een grote bijeenkomst verwelkomde, gaf hij toe dat dit wél Russische militairen waren geweest.
In de VN-Veiligheidsraad liep het gesprek donderdagavond uit op dezelfde patstelling tussen Rusland en het Westen. De ambassadeur van de Verenigde Staten, Power, beschuldigde Moskou van leugens. Daarop zei de Russische vertegenwoordiger, Tsjoerkin, dat Oekraïne oorlog voert tegen zijn eigen burgers.
Dat laatste is niet onjuist. De strijd in Oekraïne is inderdaad een burgeroorlog. Het verwijt van het Westen is echter dat Rusland zelf partij is in die burgeroorlog.
Ambassadeur Tsjoerkin ontkende ook in de Veiligheidsraad dat Russische militairen meevechten in Oekraïne. Hoogstens zijn er vrijwilligers die op persoonlijk initiatief meedoen. Om hun vakantie ook eens anders te besteden, zoals een Oekraïense rebellenleider donderdag zei.
Het lijkt er echter op dat deze vakantiegangers dan wel hun tanks hebben meegenomen de grens over. Er zijn immers Russische pantsereenheden waargenomen in Novoazovsk.
Voor de Russen is het pijnlijk dat Oekraïne –waar in het jaar 988 het Russische rijk werd geboren– zich naar het Westen keert. Voor die pijn valt begrip op te brengen. Maar Poetin moet wel met open vizier strijden. De afgelopen maanden heeft hij uitsluitend bewezen geen betrouwbare partner te zijn. Op deze manier kan zijn land nooit een grootmacht worden.