Moslimgemeenschap kan zorgen voor veiliger gevoel in samenleving
AMSTERDAM. Als de moslimgemeenschap afstand neemt van IS, is dat een krachtig positief signaal dat voor een veiliger gevoel zou zorgen in de Nederlandse samenleving. Dat vonden diverse sprekers gisteren tijdens een interreligieuze bijeenkomst in Amsterdam.
De studiemiddag ”Verlegenheid van religies” in het Joods Cultureel Centrum was georganiseerd door het Cairo-overleg, een koepelorganisatie waarin moslims, Joden en christenen in Nederland zijn vertegenwoordigd. Daarin werken samen het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, het Nederlands verbond progressief Jodendom, de Protestantse Kerk in Nederland, de Raad van Kerken en de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland.
De Joodse accountmanager Avi Ovadiah vroeg zich af: Kan de moslimgemeenschap pogingen doen om te zorgen voor een veiliger gevoel bij de Joodse gemeenschap? Imams met goede bedoelingen doen hun best om antisemitisme tegen te gaan, maar jongeren ontkrachten hun woorden al als ze uit de moskee komen.
Yassin Elforkani, woordvoerder Contactorgaan Moslims en Overheid en jongerenimam, erkende dat antisemitisme onder nogal wat jonge moslims een hardnekkig probleem is. Hij zei zich voor bepaalde uitingen van islamitische jongeren in Nederland te schamen. „Het zijn onze jongeren.” Hij wil met hen in gesprek en wil ervoor zorgen dat het thema op de scholen besproken wordt.
Elforkani, die zei zelf ook bedreigingen te hebben ontvangen, stelde dat er genoeg uitgangspunten in beide godsdiensten zijn om in vrede samen te leven. „Het gaat om een politiek probleem”, voegde hij eraan toe. „Jongeren die rabbijnen uitschelden en Joden het leven zuur maken, moeten veranderen. We hebben overleg met de imams. U kunt een beroep op ons doen om dit verschijnsel uit de samenleving weg te krijgen.”
Een punt van verschil was of moslims gevraagd kan worden zich te distantiëren van IS (Islamitische Staat). Prof. dr. Marcel Poorthuis, hoogleraar interreligieuze dialoog aan Tilburg University, vindt van niet: „We vragen de Joden toch ook niet om zich te distantiëren van de politiek van Netanyahu?”
Na de pauze gaf Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, aan het daarmee niet eens te zijn. Hij zei dat hij ook vaak wordt afgerekend op daden van andere christenen en dat hij zich in toenemende mate moet verantwoorden als christen. „De wereld is de laatste tien jaar veranderd.” Hij kreeg bijval van Hanneke Gelderblom, lid van het Cairo-overleg. Zij vindt dat er sprake is van een „krachtige verklaring” als moslims afstand nemen van IS.
Elforkani staat ook achter zo’n verklaring. „De groep die sympathie heeft voor IS kan een gevaar opleveren voor de gemeenschap. Ik begrijp dat autochtone Nederlanders het moeilijk gaan vinden. Dat onbehaaglijke gevoel proberen we door die verklaring weg te werken. Het doel ervan is te zeggen: Mijn islam is niet zo.”
Gelderblom antwoordde op een vraag over juridische maatregelen tegen extremistische jongeren dat deze misschien nodig zijn maar dat het daarbij niet moet blijven. Het Cairo-overleg wil met de overheid om de tafel over constructieve oplossingen.
Er was behoorlijk wat belangstelling voor de bijeenkomst, maar de vertegenwoordiger van deze krant was de enige aanwezige van de pers. Gelderblom: „Dat wij hier met elkaar praten, heeft voor de meeste media blijkbaar geen actualiteitswaarde.”
Tijdens het eerste gedeelte van de studiemiddag hielden een rabbijn (Raphaël Evers uit Amsterdam), een moslim (Yassin Elforkani) en een predikant (Wessel Verdonk uit de Haagse Schilderswijk) een toespraak. Evers heeft het gevoel „vreemdeling op eigen bodem te zijn. De Talmoed waarschuwde 2000 jaar geleden al voor een verkeerd gebruik van de vrijheid van meningsuiting”, zei hij.
Ds. Verdonk gaf aan de verlegenheid en de schaamte voorbij te zijn. „Overal waar ik kom, zeg ik dat ik dominee ben en dat levert geen problemen op. Als iemand de waarheid wil leren kennen, moet hij naar Jezus kijken. Veel moslims noemen me een goed mens, omdat ik goede werken doe.”