Commentaar: Oprecht geven kan zonder spektakel
Prachtig. De Stichting ALS Nederland, die zich inspant voor patiënten met de ernstige spierziekte ALS, kan de stroom giften niet aan. Ontving ze tot voor kort ongeveer 200 donaties per maand, deze maand staat de teller al op 14.000. Oorzaak? Het succes van de Ice Bucket Challenge.
Het idee is vanuit Amerika naar ons land overgewaaid. Mensen stellen zich vrijwillig ter beschikking om een emmer ijswater over zich heen te laten gooien. Elke stunt is goed voor een vooraf overeengekomen bedrag aan sponsorgelden. Niet alleen gewone burgers maar ook prominente Nederlanders doen eraan mee. Zo stelden burgemeester Van der Laan van Amsterdam en burgemeester Van Zanen van Utrecht zich beschikbaar om voor het goede doel bibberend in een nat pak publiek te kijk te staan.
Dat mensen iets overhebben voor medeburgers die te kampen hebben met een ziekte waar op dit moment (nog) geen kruid tegen is gewassen, is positief. Het doet bijzonder weldadig aan als mensen iets overhebben voor een ander – zeker in onze individualistische, verzakelijkte maatschappij. Geweldig dus dat momenteel het geld binnenstroomt bij Stichting ALS Nederland.
En toch wringt er iets. Want waarom explodeert ineens de giftenstroom? Is dat omdat mensen zich plotseling bewust worden van de nood van ALS-patiënten? Of omdat het wel spectaculair is wanneer gezonde mensen ten aanschouwen van anderen een emmer water of zich heen krijgen? Geven de sponsors uit mededogen of uit sensatiezucht?
Een enorme giftenstroom kan ook op gang komen als de wereld geraakt wordt door rampen. De nationale acties die in ons land van tijd tot tijd worden gehouden, zijn daar een illustratie van. Dan kunnen Nederlanders diep in de buidel tasten. Dat is fantastisch. Alleen, na enkele weken is de aandacht voorbij. De giftenstroom droogt op. Terwijl de structurele problemen zelfs nog niet in kaart zijn gebracht.
Organisaties met het predicaat ”goed doel” hebben het vandaag de dag niet gemakkelijk. Het is dringen op de zogenoemde ”charimarkt”. Er is geweldig veel nood en elke organisatie heeft geld nodig. Om gevers te bereiken zoeken ze de aandacht, desnoods met spektakelwerk.
Dat het schenken van giften op verschillende manieren kan gebeuren, is al eeuwenlang bekend. Niet voor niets waarschuwt de Bijbel ervoor met het geven geen eer of aanzien te zoeken. Daarom staat er dat onze linkerhand niet moet weten wat onze rechterhand schenkt. Van belang is dus dat de donor of sponsor bij zichzelf te rade gaat met welke intentie hij zijn gave doet.
De Bijbel zegt dat God de blijmoedige gever liefheeft. Dat betekent dus dat de schenker er vreugde in heeft om te doneren. Essentieel is het hart dat achter de schenkende hand zit. Wie geeft vanuit oprecht mededogen, zal niet primair gemotiveerd worden door bijzondere stunts bedoeld om de portemonnee te trekken. Hij zal weloverwogen, gul en met graagte geven en blijven geven. Omdat hijzelf weet dat hetgeen hij heeft ook gegeven goed is.