Enkele auto’s en fietsen markeren de plek van de waterinlaat. Belangstellenden, belanghebbenden en drie vogelspotters hebben zich rond de plek verzameld.

Gistermorgen om halfacht ging de schuif van de 1 meter brede waterinlaat omhoog. Per minuut bruist ruim 20 liter de Hooge Boezem in. Een en ander is bedoeld als test, vertelt peilbeheerder André van Beek van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. „Of alles wel werkt”, zegt hij grappend tegen aannemer J. de Jong, die naast hem staat. Deze richtte het gebied van het Zuid-Hollands Landschap in als waterberging: „Grond afgegraven, kades aangelegd, duikers aangelegd.”

En het werkt. De metershoge duiker laat nog altijd water door. Tot morgenochtend halftien. Dan is 70.000 liter vocht uit de Vlist in het gebied gestroomd en gaat de schuif dicht. Het water kan dan langzaam, via een kleinere buis, in de Hollandse IJssel vloeien.

Meer waterbergingen zijn nodig voor de toenemende hoeveelheid regenwater, aldus Van Beek. „Als de stuw bij Krimpen dichtgaat, raken wij het water niet meer kwijt. Straks wel.” Zijn waterschap is op zoek naar nog twee waterbergingen.

Oud-landschapgids Tessa van de Keer is dolenthousiast. „Het aanlegen van waterbergingen is een trend. Bij Rijswijk is de Zwetzone ontstaan, in de Woudse Polder. Daardoor houdt het Westland zijn voeten droog.”

Waterbergingen zijn volgens haar niet alleen nuttig tegen wateroverlast. „Er lopen vaak fietspaden langs. Daardoor krijg je ecotoerisme. Ook voor de natuur zijn bergingen goed.”

De vogelaars kunnen dat nog niet bevestigen. „De watervogels vinden het wel prima”, zegt een vriendelijke vogelspotter. „Die stijgen wel mee. Maar hoe de landvogels gaan reageren, is moeilijk te zeggen. Dat weten we pas als ze vanavond terugkomen.”

Van de Keer belicht nog een historisch element. „Niemand meldt nu dat de Hooge Boezem in vorige eeuwen ook de functie van waterberging had. Dat is wel een erg leuk aspect.”