Russische boycot vereist souplesse overheid
De overheid moet ruimhartig zijn in het verlenen van vergunningen voor werktijdverkorting, stellen mr. Jan Verhoeven en mr. Judith Langeveld-de Groot.
De Russische boycot van Nederlandse groente, fruit, vlees, vis en zuivel treft de voedselsector hard. Telers van bijvoorbeeld tomaten en paprika’s worden geconfronteerd met een enorme prijsval. De opbrengsten zijn soms zelf bij lange na niet toereikend om de kosten van het oogsten van het product te dekken.
Niet alleen telers worden getroffen. Ook de handelsbedrijven in de sector en de veelal gespecialiseerde transportbedrijven hebben zwaar te lijden onder de boycot. De gevolgen van deze geopolitieke omstandigheden drukken eenzijdig op enkele specifieke sectoren. Alternatieve afzetkanalen voor de volumes die niet kunnen worden afgezet op de Russische markt zijn niet op korte termijn voorhanden.
Compensatie
Dat de regering en de Europese Commissie compensatie voor de sector mogelijk maken, is noodzakelijk om onevenredige schade te voorkomen. Maar er moet meer gebeuren. Niet alleen voor teeltbedrijven, maar ook voor andere bedrijven die sterk afhankelijk zijn van de handelsstromen naar Rusland. Zij moeten immers forse maatregelen nemen om te overleven. Daarvoor bestaan ook juridische instrumenten.
Het eerste instrument: werktijdverkorting in combinatie met deeltijd-WW. Werknemers hoeven dan minder te werken en in ruil daarvoor komen ze in aanmerking voor een gedeeltelijke WW-uitkering. Deze regeling is van toepassing als een werkgever:
l wordt geconfronteerd met een buitengewone omstandigheid die niet onder het normale ondernemersrisico valt;
l gedurende ten minste twee weken 20 procent van het personeel niet kan inzetten.
Werktijdverkorting geldt voor maximaal 24 weken en kan met een periode van 24 weken worden verlengd. Inmiddels heeft de overheid aangekondigd dat de Russische boycot een grond is om met succes een vergunning voor werktijdverkorting aan te vragen. De werkgever moet aannemelijk kunnen maken dat hij verwacht dat na een halfjaar de handel weer aantrekt of dat hij zijn bedrijf heeft aangepast aan de veranderde markt.
Een tweede mogelijkheid: reorganisatieontslag via de UWV-procedure. Daarvoor is vereist dat het wegvallen van omzet een meer structureel karakter heeft. Maar daar is in een aantal gevallen ook sprake van. Zeker is dat de Russische sancties niet voor een korte periode gelden. Rusland gaat niet over één nacht ijs. Dat blijkt ook uit het gegeven dat Rusland de sancties deskundig heeft voorbereid. Nieuwe handelscontracten waren al gesloten. Rusland heeft afgekondigd dat de sancties minimaal een jaar duren. Mogelijk wordt die periode nog verlengd. Het is nog maar de vraag of de markt weer teruggewonnen kan worden als andere partijen inmiddels een groot deel van de markt hebben ingenomen. Experts in bijvoorbeeld de groente- en de fruitsector geven aan dat de markt blijvend zal veranderen. Ook in andere sectoren lijkt het een illusie om te denken dat verloren markten na ommekomst van de sancties zullen worden teruggewonnen. Kennis van hoe de voedselsector in elkaar zit is onontbeerlijk om daar een goede mening over te vormen. Het is aan de ondernemer en zijn adviseurs om UWV daarbij aan de hand te nemen.
Ruimhartig
Wat de sector nu overkomt heeft niets te maken met normaal ondernemersrisico waarop geanticipeerd kan worden. Van de ene op de andere dag klopt het businessmodel niet meer. Uiteindelijk zullen bedrijven hun bedrijfsvoering moeten aanpassen aan de veranderde omstandigheden. Dat betekent: andere afzetkanalen en markten vinden en/of overschakelen naar andere producten. Om bedrijven die tijd ook daadwerkelijk te gunnen, dient er flankerend gebruik te kunnen worden gemaakt van effectieve instrumenten om de organisatiekosten aan te passen aan de weggevallen omzet.
Dat betekent dat de overheid ruimhartig zal moeten zijn in het verlenen van vergunningen voor werktijdverkorting. Bedrijven die inschatten dat zij hun organisatie binnen een halfjaar kunnen aanpassen aan de veranderde omstandigheden, kunnen deze zware tijden doorkomen zonder dat dit direct tot banenverlies hoeft te leiden.
Daarnaast zal UWV royaal en snel moeten meewerken aan aanvragen om het personeelsbestand af te stemmen op de nieuwe marktsituatie. Vooralsnog geeft UWV aan terughoudend te zijn in het verlenen van ontslagvergunningen op basis van de sancties van Rusland. Werktijdverkorting zou dé oplossing zijn ter voorkoming van ontslag. Maar dat is appels met peren vergelijken. Werktijdverkorting is een geschikt instrument voor bedrijven die verwachten dat de nadelen slechts tijdelijk gevoeld zullen worden. Ontslag via UWV is aan de orde als de reële verwachting bestaat dat de plotselinge terugval in omzet structureel van aard is. Naarmate bedrijven meer afhankelijk zijn van de Russische markt zou ontslag mogelijk moeten zijn, ter voorkoming van faillissementen en daarmee verlies van nog meer banen.
De auteurs zijn werkzaam als advocaat bij Wille Donker Advocaten.