Verzuim
Spreuken 24:30-32
„Ik ging voorbij de akker eens luiaard en voorbij de wijngaard van een verstandeloos mens; en ziet, hij was gans opgeschoten van distelen.”
Wanneer de akker van ons hart niet voor God wordt gebouwd, zal hij zijn natuurlijke vrucht voortbrengen. Wat is de vrucht wanneer de akker aan zijn lot overgelaten wordt? Niet anders dan doornen, brandnetels en ander schadelijk kruid.
Ons hart aan eigen zin prijsgegeven, kan niet anders dan zonde en ellende voortbrengen. Als u nalaat uw kinderen tot Jezus te leiden, wat is er dan anders van te wachten dan dat zij door een onheilige zin en misdadig leven u tot schande en kwelling worden?
Hoedanig moet de toestand van een grote stad worden wanneer de geestelijke traagheid van de belijders van het Evangelie zijn achterbuurten en stegen laat vervreemden van het Woord van God? Wat anders dan die ruwheid en gemeenheid en goddeloosheid, waarvan alle grote steden in christelijke landen overvloeien?
Waar traagheid tot verwaarlozing leidt, zullen zonde, dood en verderf wel het meest van verstandeloosheid getuigen. Indien en voor zo veel wij de traagheid de teugel laten vieren, zullen de vruchten die ons hart en levenswandel dragen nooit onszelf een last en kwelling zijn. Niemand kan rustig slapen op een bed van doornen, of zich van brandnetels een geschikte hoofdkussen maken. Geen vrede of zielsrust kunnen het gevolg zijn van een vrij laten voortwoekeren van het kwade, van een strafschuldig, verzuimen om in de kracht van de Heere het onkruid te ontwortelen.
Charles Haddon Spurgeon, predikant te Londen (”Farm Sermons”, 1882)