VN luiden noodklok om voedseltekort Noord-Korea
WASHINGTON (AP). Het Wereldvoedselprogramma (WFP) waarschuwt dat de organisatie zijn operaties in Noord-Korea mogelijk begin volgend jaar moet staken als internationale donoren de komende tijd geen geld overmaken. Dat heeft de WFP-directeur voor Azië Kenro Oshidari vrijdag gezegd. Het voedingsprogramma in Noord-Korea is gericht op het voorkomen van groeiproblemen bij kinderen.
De organisatie, die onder de Verenigde Naties valt, heeft zijn oorspronkelijke tweejarenplan van 150 miljoen euro al terug moeten schroeven omdat het maar een kwart van dat bedrag wist op te halen. De WFP wilde hiermee 2,4 miljoen mensen, bijna tien procent van de Noord-Koreaanse bevolking, van voedsel en drinken voorzien.
Nu dit niet mogelijk is, roept het WFP sponsoren op om dan op z’n minst 37,5 miljoen euro over te maken zodat in ieder geval groeiproblemen bij ondervoede kinderen kunnen worden voorkomen. Het WFP wil zich hiermee op 670 duizend kinderen van jonger dan twee jaar en hun moeders richten. In veel Noord-Koreaanse regio’s is het voedseltekort zo schrijnend dat kinderen een groeiachterstand oplopen.
Oshidari waarschuwt dat als het geld niet tegen november binnen is het WFP zijn operaties in Noord-Korea vanaf februari 2015 moet staken. Hij zegt verder dat de groeiproblemen die kinderen oplopen door voedseltekorten niet ‘later nog te repareren zijn’.
„Ik kom al vele jaren in de Democratische Volksrepubliek van Korea (de officiële naam van Noord-Korea, red.) en heb veel van deze zeer korte kinderen gezien”, aldus Oshidari. „Je wilt echt geen fysiek of mentaal achtergestelde toekomstige generatie in dat land zien.”
Het WFP is een van de weinige internationale organisaties die actief is in het communistische land. Hoewel Noord-Korea sterk afhankelijk is van internationale noodhulp, houdt de regering buitenlandse organisaties het liefst buiten de deur. Naast de WFP zijn UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie actief in het land.
Een ander probleem is dat Noord-Korea een groot deel van de internationale gemeenschap van zich heeft vervreemd doordat het land kapitalen investeert in zijn kernwapenprogramma terwijl de bevolking honger lijdt. Tevens vragen humanitaire rampen in andere delen van de wereld, zoals in Irak, Syrië en de Centraal-Afrikaanse Republiek, om aandacht.
Ook maken donoren zich zorgen dat voedsel en andere hulpgoederen in handen van de elite terechtkomen. De WFP wuift deze bezwaren weg en zegt dat de organisatie de verspreiding van noodhulp nooit eerder zo goed kon overzien als nu.
Ten slotte wordt het werk van hulpgroepen bemoeilijkt door de internationale sancties tegen Noord-Korea. De strafmaatregelen hebben het onmogelijk gemaakt om geld over te maken naar bankrekeningen in het communistische land. Hulporganisaties hebben de kwestie aangekaart bij de Amerikaanse regering, maar dat leverde niets op. De groepen moeten nu zelf het benodigde geld contant mee de grens over nemen.
Noord-Korea kampt al decennia met voedseltekorten. Van 1994 tot 1998 woedde zelfs een ernstige hongersnood, waarbij tussen de 800 duizend en drie miljoen mensen stierven. Door een inefficiënt economisch systeem en internationaal isolement hebben nog steeds miljoenen Noord-Koreanen onvoldoende eten.