Met deze uitspraak stelde de rechtbank in Dordrecht de gemeenten donderdag in het gelijk in hun conflict met vervoersbedrijf De Vier Gewesten (DVG). Dit bedrijf eiste tijdens een kort geding dat de gemeenten de aanbestedingsprocedure over moest doen, omdat die niet goed verlopen zou zijn.

Het vervoer is bestemd voor kinderen die een school voor speciaal onderwijs bezoeken of voor kinderen van ouders die kiezen voor een school met een christelijke geloofsovertuiging.

Toen DVG –een landelijke franchiseorganisatie van taxi- en touringcarondernemingen die met lokale partijen werkt– tijdens de aanbesteding grotendeels buiten de prijzen viel en maar een van de zeven opdrachten in de wacht sleepte, stapte DVG naar de rechter omdat de aanbesteding niet transparant zou zijn geweest. Volgens DVG was het niet duidelijk of anderen wel de laagste prijs hadden geboden.

De gemeenten benadrukten dat het niet alleen om de laagste prijs, maar ook om andere factoren ging. Bijvoorbeeld dat leerlingen van dezelfde school zo veel mogelijk samen worden vervoerd.

De rechter vond dat DVG te laat was met zijn klachten over de procedure en vooraf aan de bel had moeten trekken. Het bedrijf mag wel doorgaan met het vervoer van leerlingen die eerder al door DVG vervoerd werden. Na het aanspannen van de rechtszaak schrapten gemeenten deze klus voor DVG, maar de rechter vond dat niet in het belang van de kinderen.