Commentaar: Succesvol university college houdt universiteit spiegel voor
University colleges –kleinschalige universiteiten die alleen de meest gemotiveerde studenten toelaten– hebben de wind mee. Inmiddels telt Nederland negen van dit soort topinstellingen. De jongste start na de zomer in Groningen. De oudste staat in Utrecht en dateert van 1998. Ze trekken met elkaar bijna 3500 studenten. De op Engelse leest geschoeide instellingen maken een opmerkelijke ontwikkeling door en houden gewone universiteiten een spiegel voor.
In het begin werd er in Nederland een beetje lacherig gedaan over university colleges. Ze kregen de bijnaam ”exclusieve kostschool” of ”crèche voor rijkeluiskinderen”. Ondanks de zure kritiek sloeg het concept, dat al eeuwenlang succesvol is in Engeland en de VS, ook in ons land aan.
Een belangrijke reden is de massaliteit op gewone universiteiten. Dat zijn kolossale instituten met tienduizenden studenten die zichzelf als een nummer ervaren. University colleges scoren met hun kleinschaligheid. Ze tellen vaak niet meer dan enkele honderden studenten. Kennen en gekend worden, is hun motto.
Een tweede belangrijke oorzaak voor het succes van university colleges is hun ambitie om geen genoegen te nemen met de op universiteiten gangbare zesjescultuur. Colleges willen hun studenten prikkelen om te excelleren, om het beste uit zichzelf te halen. Die ambitie werpt vruchten af. Een deel van de jongeren die van het vwo komen, voelt zich erdoor uitgedaagd. Ze willen presteren. Soms hebben ze op de middelbare school al een verzwaard lesprogramma gevolgd, bijvoorbeeld tweetalig onderwijs of extra vakken. Het university college –soms liefkozend Plato-academie genoemd– sluit daar naadloos bij aan.
Het verplicht wonen op de campus blijkt in de praktijk ook een gouden greep. Studenten blijven de hele week in universiteitssfeer. Dat heeft een positieve invloed op hun werk- en studiehouding. Net als het internationale karakter van de colleges. Studenten worden gedwongen Engels te spreken en bouwen al tijdens hun opleiding aan een internationaal netwerk waar ze na hun studie veel gemak van hebben.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat university colleges een groot voordeel hebben dat reguliere universiteiten missen: ze selecteren aan de poort. Studenten worden alleen toegelaten als blijkt, na een motivatiegesprek, dat ze uit het juiste hout zijn gesneden.
Gewone universiteiten daarentegen moeten breed toegankelijk zijn. Een vwo-diploma of het behalen van de propedeuse in het hbo is genoeg om toegelaten te worden. Selecteren aan de poort is een beladen onderwerp waar universiteiten al jaren met elkaar over steggelen. Voorstanders verwachten een opwaardering van het wetenschappelijk onderwijs, tegenstanders vrezen dat de toegankelijkheid van universiteiten in gevaar komt.
Universiteiten kunnen wel hun organisatiestructuur aanpasssen door zich op te splitsen in kleine schooltjes. In Engeland is dat gebruikelijk. Daarmee verdwijnt de massaliteit en hopelijk ook de zesjescultuur. Dat zou al een belangrijke verbetering zijn.