Meer Nederlandse vrijwilligers naar Israël door oorlog tegen Gaza
AMSTERDAM. Raketten vliegen over en weer. Het broze bestand tussen Israël en Hamas is gisteren alweer aan flarden geschoten. Nederlandse vrijwilligers steken op hetzelfde moment de handen uit de mouwen voor de Joodse staat. „Niet om te vechten, maar om te helpen.”
Elk jaar reizen zo’n veertig tot vijftig Nederlanders naar Israël om via de stichting SAR-EL een aantal weken te dienen als vrijwilliger. SAR-EL –afkorting van Sheroet Le-Israel, wat zoveel betekent als: de helpende hand bieden aan Israël– is wereldwijd actief. In 25 jaar tijd hebben zeker 75.000 vrijwilligers uit alle delen van de wereld zich verdienstelijk gemaakt in Israël.
Het aantal vrijwilligers in Nederland is sinds het uitbreken van de oorlog in Gaza met 15 tot 20 procent gestegen, meldt Max Lezer (70) uit Amsterdam, voorzitter-coördinator van SAR-EL. Hij zet zich al achttien jaar in voor de stichting. „Ik krijg veel telefoontjes: Kunnen we wat doen voor Israël?”
Wat voor mensen melden zich?
„Wat voor…?! Nou, gewoon van die mensen die rechtop lopen.”
Maar wat is hun achtergrond?
„Ooh. Nou, zo’n 90 procent van de vrijwilligers heeft een christelijke achtergrond.”
Wat drijft deze vrijwilligers?
„Israël is het land van de Heer. De Bijbel zegt ons dat we het Joodse volk moeten helpen. Een deel van de vrijwilligers wordt nu gemotiveerd door het huidige conflict met Hamas, maar we hebben ook vaste klanten. Een echtpaar doet nu al voor het derde jaar mee.”
Wat kunnen vrijwilligers doen?
„Vrijwilligers kunnen kiezen uit werk in de verzorgende sector of werk op een militaire basis. Het eerste duurt minimaal vier weken, het tweede minstens drie weken. In die weken word je een goodwill-ambassadeur voor Israël.”
Krijgen mensen vooraf te horen waar ze terechtkomen?
„Nee. Vrijwilligers kunnen een voorkeur opgeven, maar Israël trekt zich daar niets van aan. De enige keus die ze kunnen maken is: verzorging of leger. Vrijwilligers worden alleen niet in het zuiden van het land aan het werk gezet.”
Wat kan een Nederlandse vrijwilliger doen op zo’n militaire basis?
„Onderhoud, werk in een kantine of schoonmaakwerk bijvoorbeeld. De vrijwilligers nemen taken over waar militairen op dat moment even niet aan toekomen. Maar nooit onderhoud aan geweren en pistolen of hoe die dingen allemaal ook heten.”
Het aantal aanmeldingen is tijdens de Gazaoorlog fors gestegen. Krijgt u ook negatieve reacties?
„Ja. Van journalisten krijg ik heel vervelende reacties: „Hoe kun je hieraan meewerken?! De vrijwilligers gaan indirect helpen om Gaza te beschieten.” Ja, dat doen ze. Maar ik bekijk het vanuit een ander perspectief. Israël heeft het recht zich te verdedigen. Het zal je maar gebeuren dat er 60.000 tot 80.000 raketten op je gericht staan.”
Tegelijk treedt Israël ongekend hard op in de Gazastrook. Kunt u zo veel geweld nog verdedigen?
„Ik vind van wel. Israël heeft 75 tunnels van Hamas ontdekt die op Israëlisch grondgebied uitkomen. Tunnels om aanslagen te plegen tijdens Joodse feesten.”
Er vallen veel burgerslachtoffers.
„Israël is er ook niet blij mee dat er zo veel mensen omkomen. Ik sta ook niet te juichen over wat er in Gaza gebeurt. Maar als Hamas mortieren plaatst bij scholen en opvangcentra, ja, dan krijg je dat. Ik blijf Israël steunen. Israël is wereldwijd toch al de gebeten hond.”
Wat is uw persoonlijke motivatie om u in te zetten voor Israël?
„Ik heb in de Tweede Wereldoorlog ondergedoken gezeten. Door de oorlog heb ik nauwelijks nog familie. Tientallen van mijn directe familieleden, ooms en tantes, neven en nichten, hebben de oorlog niet overleefd. Ik ben Joods, ik voel me Joods en ik ben er trots op Joods te zijn. En ik ben er trots op dat ik Israël kan helpen.”