Politiek

„Meer geld voor leger mooi, maar onvoldoende”

DEN HAAG. Als Rutte II volgend jaar inderdaad 50 of 100 miljoen extra uittrekt voor Defensie, wordt eindelijk de trend van 22 jaar lang bezuinigen op de krijgsmacht doorbroken. „Dat is de hoogste tijd”, vindt Clingendaelmedewerker Kees Homan. „Nederland is, als het om internationale veiligheid gaat, steeds meer een free rider geworden.”

19 August 2014 16:39Gewijzigd op 15 November 2020 12:26
Nederlandse gevechtshelikopters, beeld ministerie van Defensie
Nederlandse gevechtshelikopters, beeld ministerie van Defensie

Het zal nog wel even duren voordat duidelijk wordt hoe de rijksbegroting voor 2015 er precies uit gaat zien. Maar dít staat, nu de vijf onderhandelende partijen na een vakantieperiode sinds maandag weer om de tafel zitten, min of meer vast: er komt meer geld voor Defensie. Misschien 50 miljoen extra, of 100.

Als dat inderdaad gebeurt, is er sprake van een opmerkelijke trendbreuk. Decennialang deed Nederland niets anders dan zijn landmacht, marine en luchtmacht afknijpen. Vele miljarden werden er in de loop der jaren door ministers als Ter Beek (PvdA), Voorhoeve (VVD), De Grave (eveneens VVD) en Hillen (CDA) van de Defensiebegroting weggesneden. Tot we, om maar iets te noemen, geen enkele tank meer over hadden.

Ook bij het zogeheten herfstakkoord van vorig jaar kwam in die ontwikkeling geen keer. Zeker, onder invloed van SGP en CU bezuinigde de coalitie minder op Defensie dan zij zich had voorgenomen: geen 260 miljoen, maar ruim 200 miljoen. Maar per saldo bleef er geld af gaan.

Dat er nu, voor het eerst in 22 jaar, weer bijgeplust gaat worden, komt niet alleen doordat het met de economie beter gaat, denkt defensiekenner Kees Homan, luitenant-generaal buiten dienst en als onderzoeker verbonden aan het instituut Clingendael. „Er speelt meer. De onrust in Oekraïne, het neerhalen van de MH17 en het oprukken van de IS-strijders in Syrië en Irak drukt Nederlandse burgers en politici met hun neus op de feiten. Dat heeft tot een omslag in het denken geleid. Europa, en de directe grenzen van Europa, zijn een stuk minder veilig dan we jarenlang meenden.”

Wat bracht ons ertoe ruim twee decennia terug te denken dat Defensie met veel minder geld en middelen toe kon?

„Het was met name het einde van de Koude Oorlog dat een zekere euforie tot stand bracht. De opkomstplicht werd opgeschort en de taken van onze krijgsmacht werden opnieuw gedefinieerd. Het is onvoorstelbaar zoals de politiek sindsdien heeft huisgehouden. Toen Relus ter Beek in 1993 het ambitieniveau van de krijgsmacht omschreef, vond hij nog dat Defensie aan een viertal militaire operaties tegelijkertijd en voor langere tijd moest kunnen deelnemen. Momenteel kunnen we nog slechts één versterkt bataljon, vier jachtvliegtuigen en twee marineschepen langdurig inzetten. Dan houdt het op.”

Bijna alle partijen werkten aan de afbraak van onze krijgsmacht mee…

„Alleen de kleine christelijke partijen niet. Met name de SGP heeft altijd een sterk prodefensiebeleid gevoerd. Maar bij een partij als de VVD bijvoorbeeld bestond de steun voor de krijgsmacht soms meer uit woorden dan uit daden. In 2010 schreven de liberalen nog in hun verkiezingsprogramma dat er voor Defensie geld bij moest. Toch noteerden ze in hun regeerakkoord met CDA en gedoogpartner PVV een bezuiniging van maar liefst 1 miljard. En de christendemocraat Hillen ging het uitvoeren.”

Dat politici actief overgingen tot het ontmantelen van grote delen van onze krijgsmacht, dan wel daar zonder veel protest mee instemden, heeft volgens Homan diverse achtergronden. Hij noemt er drie. „In de eerste plaats is Defensie bij de Nederlandse bevolking nooit erg populair geweest. Als burgers moesten kiezen waar extra geld naartoe moest, noemden zij meestal onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid. En posten waar gemakkelijk geld weggehaald kon worden, waren in de ogen van velen Defensie en Ontwikkelingssamenwerking. Die manier van denken is de laatste tien jaar almaar sterker geworden. Er groeide steeds meer een houding van: wij hebben, achter onze dijken, genoeg aan onszelf. De wereld leek op te houden bij Nieuweschans en Maastricht. En de EU en de NAVO moesten hun eigen boontjes maar doppen.”

In de tweede plaats heeft Defensie nooit een echte, mondige achterban gehad. „Werkgevers hebben Economische Zaken, werknemers Sociale Zaken en landbouwers hadden het departement van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Zo’n duidelijke relatie ontbrak voor Defensie.”

In de derde plaats speelde een rol dat echte defensiespecialisten in het parlement steeds meer gingen ontbreken. „Vroeger had je in de Tweede Kamer mensen zoals Harry van den Bergh en Piet Dankert. Die zaten daar heel lang en bouwden op hun terrein, onder meer Defensie, kennis op. Met de veel grotere doorstroming in de volksvertegenwoordiging ga je die mensen missen. De enige van de grote partijen die dit beleidsterrein al lange tijd covert, is momenteel Angelien Eijsink van de PvdA.”

Is de verwaarlozing van Defensie alleen bij Nederland te zien?

„Nee, het is een Europees fenomeen. Een land als Groot-Brittannië houdt nog wel vast aan de door de NAVO gehanteerde norm om 2 procent van het bruto binnenlands product aan Defensie te besteden. Maar veel andere landen zijn daar ver onder gezakt. Nederland zit nu op 1,25 procent, terwijl we in 1989, aan het eind van de Koude Oorlog, op 2,79 procent zaten. In het algemeen gesproken kun je stellen dat Europa, als het om internationale veiligheid gaat, zwaar leunt op de VS. De kosten van de NAVO worden voor 73 procent door Amerika gedragen.

Pas was ik op een congres in Zürich. Daar gaf een Franse luitenant-generaal ronduit toe dat de Franse operatie in Mali geen kans van slagen had gehad als zij niet zwaar ondersteund was geweest door de Amerikanen.”

Wat moet en kan er gebeuren met die extra 50 of 100 miljoen euro?

„Heel veel is er met dat bedrag natuurijk niet mogelijk. Ik zou zeggen: besteed het vooral aan achterstallig onderhoud en aan onze achterstand in reserve-onderdelen. Het is toch schrijnend dat er op zeker moment, bij de besluitvorming over nieuwe gevechtsvliegtuigen, gesproken werd over het mogelijk aanhouden van vier oude F-16’s om daar –let wel– reserveonderdelen uit te kunnen halen.”

Dus er is eigenlijk veel meer geld nodig?

„Zeker. Hier kan en mag het niet bij blijven. Waar Nederland er bijvoorbeeld beslist te weinig van heeft, zijn helikopters. Dat merkte je duidelijk in de discussie over onze missie naar Mali. Bovendien beschikt onze krijgsmacht de laatste jaren haast alleen nog maar over betrekkelijk licht materieel. Dat dit je als land kan gaan opbreken, zie je momenteel in Syrië en Irak. Daar maken de Koerden, met hun lichte materieel, nauwelijks iets klaar tegenover de zware wapens waarover IS, buitgemaakt op de Iraakse krijgsmacht –die het op zijn beurt weer van de VS had gekregen– beschikt.”

Komt dat geld er daadwerkelijk?

„Dat is maar de vraag. De situatie in Oekraïne en de sancties tegen Rusland gaan ongetwijfeld effect hebben op onze economie. Als die weer achteruit boert, moet je nog maar zien of de trend naar meer geld voor Defensie blijvend is. Toch zou dat wel moeten. Het bewustzijn móét groeien dat veiligheid en vrede in andere regio’s in de wereld ook ónze zorg is. Al was het alleen maar vanwege jihadisten die niet alleen naar het Midden-Oosten vertrekken, maar er ook regelmatig uit terugkeren, en vervolgens in ons land een veiligheidsrisico vormen. Die dingen hebben allemaal met elkaar te maken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer