„Alternatieve markten zijn er wel degelijk. Ik zie vooral mogelijkheden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Maar het is niet gemakkelijk om toegang te krijgen. Als je wilt exporteren naar landen buiten de Europese Unie, krijg je te maken met andere eisen, bijvoorbeeld op het gebied van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of etikettering. Het kost veel tijd om daar overeenstemming over te bereiken. De verschillen tussen de EU en de rest van de wereld zijn groot.”

Hij noemt in dat verband Brazilië, dat zijn grens recentelijk heeft opengesteld voor Nederlandse peren. Daaraan gingen jarenlange onderhandelingen vooraf tussen de regeringen van beide landen. Van Berkum verwacht overigens dat deze nieuwe afzetmarkt soelaas gaat bieden voor de Nederlandse perentelers die Rusland als markt hebben zien wegvallen. „En ook de Chinese markt is sinds eind vorig jaar open voor Nederlandse peren en dat biedt dus ook exportkansen.”

Nieuwe afzetgebieden voor Nederlands groente en fruit ontstaan ook doordat Rusland probeert de lege schappen te vullen door uit niet-boycotlanden producten te halen. „Turkije is gevraagd door Rusland om groente te exporteren. Dat betekent dat Turkije elders steken laat vallen, onder andere in Saudi-Arabië en andere landen in het Midden-Oosten”, zegt Van Berkum.

„Nogmaals, dat gaat niet van vandaag op morgen. Het kost tijd om die toegang te regelen. Maar door de boycot is de druk groter om in EU-verband en als nationale regeringen snel tot resultaten te komen”, aldus de landbouweconoom.