Hulp is in de de getroffen landen broodnodig. Zondag vluchtten zeventien ebolapatiënten uit een kliniek in de Liberiaanse hoofdstad Monrovia waar ze in quarantaine werden gehouden. Bij sommigen van hen was het dodelijke virus vastgesteld, bij anderen werd een besmetting vermoed. Mogelijk zijn ze gevlucht uit angst. In dezelfde kliniek stierven afgelopen week tien mensen aan de ziekte.

Kenia Airways nam de beslissing, nadat de regering van Kenia zondag bekendmaakte dat zij vanaf dinsdag de grenzen voor reizigers uit Guinee, Sierra Leone en Liberia sluit. Kenia is bang dat het dodelijke virus slachtoffers maakt op Keniaans grondgebied. Bovendien is het land bevreesd dat besmette reizigers via de luchthaven van hoofdstad Nairobi de ziekte verder verspreiden. Het vliegveld van Nairobi is een belangrijk knooppunt in het Afrikaanse vliegverkeer.

De WHO reageerde vorige week al teleurgesteld op het bericht dat Korean Air niet meer op Nairobi vliegt. Het is volgens de organisatie „moeilijk om levens te redden als hulpverleners er niet meer kunnen komen.” Bovendien stelt de WHO dat de ziekte moeilijk te bestrijden is omdat er te weinig onderzoek naar wordt gedaan. Dat komt volgens plaatsvervangend directeur-generaal Marie-Paule Kieny omdat het een „ziekte van arme mensen in arme landen” is.

Een medicijn tegen ebola is er nog altijd niet. Spookverhalen gaan de ronde in de regio, waar medische kennis onder de bevolking ontbreekt. Religieuze remedies worden vaak hoger aangeslagen dan wetenschappelijk beproefde methodes. Zo heeft een steenrijke Nigeriaanse prediker 4000 flessen wijwater naar Sierra Leone gestuurd.

Het dodental steeg dit weekend naar 1145. Toch was er ook een lichtpuntje. In Guinee lijkt de uitbraak van ebola onder controle. Het land constateerde op 12 en 13 augustus maar negen nieuwe gevallen. In Liberia en Sierra Leone waren dat er in dezelfde periode respectievelijk 116 en 27.