’Koerden houden autonomie in Noord–Irak’
De Koerden behouden het recht op zelfbestuur in zeker drie autonome provincies in het noorden van Irak. De Iraakse regeringsraad heeft ingestemd met een federale structuur voor het land en zal dit vastleggen in de ’interim–grondwet’ die de raad nu opstelt. Dit heeft een Koerdisch lid van de regeringsraad, Dara Nurradin, vrijdag gezegd.
Over het gezag over drie andere provincies zijn de Koerden nog in onderhandeling, aldus Nurradin. In de regeringsraad is de afgelopen weken onenigheid ontstaan over de autonomie die de Koerden in het noorden opeisen. Nurradin liet weten dat sommige leden van de regeringsraad hadden gewild dat de kwestie niet in de ’tijdelijke’ grondwet zou worden vastgelegd en pas na de machtsoverdracht van de Amerikanen zou worden geregeld. Maar de vijf Koerdische leden van de raad weigerden afstand te doen van de eis en blijken nu de zaak te hebben beslist.
Het is de bedoeling dat de regeringsraad de komende weken een interim–grondwet opstelt, als voorloper van een definitieve constitutie die pas na de machtsoverdracht in juni zal worden opgemaakt. Nurradin verklaarde vrijdag dat de Koerden bij het opstellen van de definitieve grondwet „met niets minder genoegen zullen nemen dan met wat er nu wordt vastgelegd, en waarschijnlijk ook meer zullen vragen".
De drie provincies die nu zeker onder de Koerdische autonomie gaan vallen, zijn Sulaimaniyah, Dohuk en Arbil. Over de provincies Diyala, Nineveh en de olierijke Tamim zal pas in 2005 een beslissing worden genomen. Nurradin verklaarde dat de Koerden Kirkuk, de belangrijkste stad van Tamim, als hoofdstad van hun gebied zullen opeisen.
Buurlanden van Irak, met name Syrië en Turkije, hebben eerder bezwaar geuit tegen een federale opdeling van Irak. Deze landen zijn vooral gekant tegen de vorming van een Koerdisch autonoom gebied.