Commentaar: Toch hoop, ondanks dat omstandigheden moedbenemend zijn
En weer ging er een week vol ellende de geschiedenisboeken in. Hier en daar kierden straaltjes van hoop door het gesloten, donkere wolkendek boven de wereld. Veel jezidi’s in Noord-Irak lijken gered. In Gaza zwijgen voor enkele dagen de wapens. Maar zoals iemand ooit zei: Je kunt mensen wel uit de oorlog halen, maar daarmee haal je de oorlog nog niet uit de mensen. De pijn en de trauma’s blijven.
Nog maar even geleden dacht de ‘beschaafde’ wereld dat het lek wel zo ongeveer boven water was. Goede verhoudingen met het voormalige Oostblok. De twee Duitslanden herenigd. Voorspoed en welvaart voor iedereen. Alleen Afrika bleef nog achter.
De Arabische lente kwam. Nu zouden alle tirannen verdreven worden en kwamen eindelijk de bevrijde volkeren aan de macht. De live-uitzendingen vanaf het Tahrirplein in Caïro werden bekeken als waren het voetbalwedstrijden.
Maar de lente werd geen zomer. Integendeel. Het werd herfst in Tunesië, Egypte en Libië. En in Syrië bombardeerde president Assad zijn eigen bevolking de winter van de dood in.
Opstandelingen bleken militanten. Bevrijders werden onderdrukkers. Vertwijfeling sloeg toe in parlementen en bij wereldleiders. Wie moest eigenlijk tegen wie gesteund en bewapend worden?
Gaza. Een derde oorlog tussen Israël en Hamas. Doden, gewonden, onbeschrijflijke verwoesting. Korte bestanden die wankelend op de benen staan. En is er eigenlijk nog wel een duurzame oplossing mogelijk in de zee van haat en wantrouwen?
Oekraïne. Doden, gewonden. Angst, spanning. Dreigende taal van beide kanten. De Koude Oorlog warmt heel snel op. Of is het eigenlijk al gewoon oorlog?
Irak. Rebellen blijken moordenaars van de ergste soort. Niemand is veilig voor het dodelijk fanatisme van IS.
En dan is er nog het zogenoemde kleine leed, dat klein heet, maar voor mensen die het treft groter is dan al de wereldproblemen bij elkaar. Ernstige ziekte, sterfgevallen van dierbaren.
Ondertussen zijn we in Nederland druk met de rol van Zwarte Piet. Zelfs de minister bemoeit zich ermee. De zwarte knecht van Sinterklaas moet meer de leiding krijgen en niet langer de ondergeschikte van de Sint zijn. Gelukkig het land dat aan zulke zaken energie kan verspillen. Maar ook: hoe verwend moet een maatschappij wel niet zijn om zich over dit soort onnozelheden druk te maken?
De profeet Jesaja roept de moedeloze ballingen in Babel, die zich door God vergeten voelen, op omhoog te kijken. Ze moeten terugdenken aan het begin, aan de schepping en aan de Schepper. Aan Hem, de God van Israël, Die er was aan het begin en er zal zijn tot het einde én daarna.
Onrecht is iets wat God lang verdraagt, maar niet tot het einde toe. Dat kan Hij niet omdat Hij rechtvaardig is, ondanks alles wat mensen Hem verwijten. Daarom heeft Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde beloofd, waarop gerechtigheid wonen zal.
Wie om zich heen kijkt, zinkt de moed in de schoenen.
Wie omhoog kijkt, heeft tóch hoop.