Gedoopt, bij Bethábara over de Jordaan
Een bezoek aan Jordanië betekent veel bladeren in het Oude en Nieuwe Testament. Mozes stierf er. En ook zijn broer Aäron, die op Jabal Haroon, de berg Hor, werd begraven. De kinderen Israëls legerden zich in de „vlakke velden Moabs”, waar Bileam hen tweemaal zegende. De Arnon, het beekje waar Ruth haar onberouwelijke keuze zou hebben gedaan, stroomt nog steeds in het koninkrijk. Elia en Johannes de Doper vertoefden er eveneens. Zou de Heere Jezus aan de oostelijke kant van de Jordaan gedoopt zijn?
„Klim op de berg Abarim”, sprak de Heere tot Mozes, „en zie het land Kanaän, dat Ik de kinderen Israëls tot een bezitting geven zal.” Een asfaltweg wringt zich in allerlei bochten om de top van de Nebo te bereiken. Het landschap dat traag langs het busraam glijdt, is dor en droog. Op de stoffige rotsbodem groeit hier en daar een armetierig struikje, dat veelal door schonkige geiten is kaalgeknabbeld.
Jebel Siyagha -Nebo’s naam in het Arabisch- bestaat eigenlijk uit een aantal plateaus. De hoogste daarvan bood Mozes een uitzicht op het beloofde land waar hij veertig jaar lang om gebeden en gestreden had, maar waar hij niet mocht ingaan. Zijn smeekbede -„Laat mij toch overtrekken, en dat goede land bezien, dat aan gene zijde van de Jordaan is, dat goede gebergte en de Libanon”- vond bij de Heere geen gehoor. „Spreek niet meer tot Mij van deze zaak”, kreeg de zachtaardigste mens van de wereld te horen. Een aangrijpend antwoord.
Mozaïeken
Het is vandaag te heiig om van het panorama te genieten. Pakweg 800 meter lager strekt de Jordaanvallei zich uit. Een smalle, groene en vruchtbare strook. En daarachter het land van melk en honing. Jericho, hemelsbreed 27 kilometer ver, is met het blote oog redelijk te zien, maar verder moet een marmeren tableau vertellen wat de horizon te verbergen heeft. Pijlen wijzen de richting naar Hebron en Bethlehem. Links glinstert de Dode Zee. Jeruzalem ligt 46 kilometer naar het westen. Op een heldere dag zou je de Olijfberg kunnen zien.
„Dit is het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Uw zaad zal Ik het geven: Ik heb het u met uw ogen doen zien, maar gij zult daarheen niet overgaan.” De 120-jarige Mozes zag dit vergezicht, Immanuëls land, even voor zijn dood. En God zelf begroef de zoon van Amram „in een dal in het land Moabs, tegenover Peth-Peor; en niemand heeft zijn graf geweten tot op dezen dag.”
Mozes’ graf is -gelukkig- nog altijd onvindbaar. Ter nagedachtenis bouwden de eerste christenen op de berg een kapel. Gaandeweg dijde het kerkje uit tot een religieus complex. In 1933 kochten franciscaner monniken de vervallen bouwwerken op voor 500 dinar. De broeders begonnen te graven en stuitten op de fundamenten van kerken en fraaie mozaïeken, die nu onder een golfplatendak te bezichtigen zijn.
Buiten trekt een bronzen sculptuur van de Italiaanse kunstenaar Gian-Paolo Fantoni de aandacht. Een slang slingert zich om een gestileerde staf. „En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden.” Hopelijk verliezen toeristen en moderne pelgrims deze diepere betekenis niet uit het oog.
Nieuw pelgrimsoord
De rit van de hooggelegen bedevaartplaats naar de ”ghor”, het gezonken land rond de rivierbedding van de Jordaan, neemt meer tijd in beslag dan je zou vermoeden. De buschauffeur slaat bij de militaire post niet linksaf naar de luxe kuuroorden aan de Dode Zee, waar de rivier in verzout. Hij rijdt in noordelijke richting op een nieuwe weg en volgt braaf een blauw verkeersbord met Arabische tekens, die ook vertaald worden: Wadi al-Kharrar. Daarnaast kondigt een wit bord van het ministerie van Toerisme van Jordanië in zwarte letters zowel ”Bethany” als ”Baptism Site” aan.
In deze kale, troosteloze vlakte was Johannes de Doper actief, vertelt gids Gazi Edwan. Nadere uitleg laat even op zich wachten, want twee gewapende soldaten versperren de toegang. Het met mijnen bezaaide grensgebied tussen Jordanië en Israël mag alleen met militaire toestemming bezocht worden. Uiteindelijk zwaait het hek open en is de weg vrij naar een splinternieuw pelgrimsoord.
„Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan tot Johannes, om van hem gedoopt te worden.” Waar de doop precies plaatshad, daarover zijn de meningen verdeeld, maar de Bijbel noemt ”Bethábara over de Jordaan”. Deze plek werd al vroeg ook met Bethanië aangeduidt, niet te verwarren met de woonplaats van Maria, Martha en Lazarus. Dat Bethanië lag iets ten oosten van Jeruzalem.
Aan de andere kant van de rivier, in Israël, worden overigens ook verschillende doopplaatsen naar voren geschoven. Jordanië claimt de contreien van Wadi al-Kharrar, 2 kilometer vanaf de Jordaan. Daar bezochten christenen in het verre verleden al ”Tell Mar Eilas”. Vanaf deze heuvel voer Elia in een vurige wagen met vurige paarden ten hemel, aldus de overlevering. De profeet en zijn opvolger Elisa waren kort daarvoor de Jordaan overgestoken. „Toen nam Elia zijn mantel, en wond hem samen en sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld; en zij beiden gingen erdoor op het droge.” Na Elia’s hemelvaart herhaalde Elisa het wonder en baande hij met Elia’s mantel opnieuw een weg door het water.
Veerhuis
De autoriteiten proberen bezoekers ook aan de hand van archeologische opgravingen te overtuigen. Van een kapel uit de zesde eeuw, in 2000 vernoemd naar de huidige paus, is alleen de toegangspoort nagebouwd. Langs een smal pad, verlicht en voorzien van rustbankjes, liggen restanten van een klooster, enkele kerken en antieke doopbassins, maar ook een replica van de hut van Johannes de Doper. Palmbomen markeren de oorsprong van een naar hem vernoemde bron. Hij zou van het water hebben gedronken en het ook gebruikt hebben om te dopen.
„Het is voor 99,9 procent zeker dat Jezus hier gedoopt is”, vertelt gids Gazi Edwan bij een miezerig stroompje dat de Jordaan blijkt te zijn. De Linge in de Betuwe toont meer dan ’s werelds beroemdste rivier, die Jordanië en Israël ook nog eens tot de Siamesche tweeling van het Midden-Oosten maakt. Beide naties zitten vast aan een vloeibare grens die op sommige plekken nauwelijks een meter breed is. Bij ”Bethany beyond the Jordan” is van deze levensader niet veel meer over dan een boerensloot. Met een polsstok zou je zo in het Israëlische riet belanden.
Pelgrims kunnen zich vanaf een houten platform in het viesgroene water laten zakken. Voor massale doopplechtigheden zijn er alternatieven. In een kloof naast de opgravingen bevinden zich enkele moderne bassins, waar christenen uit de hele wereld zich laten onderdompelen.
Hoogstwaarschijnlijk leidde Mozes’ opvolger, Jozua, het volk Israël ook bij Bethábara (”veerhuis”) op een wonderlijke manier droogvoets door de Jordaan. De oversteekplaats ligt immers tegenover Jericho, ’s werelds laagst gelegen stad. Hartje zomer is het hier overigens vanwege de intense hitte -45 graden Celsius in de schaduw- niet te harden. Johannes de Doper verkeerde in deze huilende wildernis, totdat Herodus hem liet onthoofden. Later, toen Joden in Jeruzalem Jezus wilden stenigen, keerde de Heiland terug naar de plek waar Hij werd gedoopt. „En Hij ging wederom over de Jordaan, tot de plaats waar Johannes eerst doopte, en Hij bleef aldaar. En velen kwamen tot Hem en zeiden: Johannes deed wel geen teken; maar alles wat Johannes van Dezen zeide, was waar. En velen geloofden aldaar in Hem.”
Anno 2004 is dat laatste in Jordanië nog altijd mogelijk.
Meer informatie over Jordanië: 020-6705356 of www.see-jordan.com.
Kerk van de kaart
Tien kilometer van Nebo ligt Madaba, het bijbelse Medeba. Vanaf de vijfde eeuw werd de stad zowel zetel van Byzantijnse bisschoppen als het centrum van mozaïekkunst. Een aardbeving in 747 verwoestte de stad en bedolf tal van mozaïeken, die pas tegen het einde van de negentiende eeuw weer werden ontdekt. Een groot aantal van de huidige 150.000 inwoners, voor eenderde deel christen, probeert een boterham aan toeristen te verdienen. Door tapijten en soeveniers te verkopen. Of door rondleidingen te houden, want het levendige marktstadje met zijn nauwe straatjes telt veel eeuwenoude kerkruïnes met vroegchristelijke mozaïeken. De bijzonderste is te vinden in de nieuwe Grieks-orthodoxe St.-Gregorius-kerk, die op de fundamenten van een oude byzantijnse kerk verrees. De gids rolt een enorm vloertapijt op, zodat ruim 2 miljoen gekleurde steentjes zichtbaar worden. Ze beelden de landkaart van het Heilige Land uit, 15 meter lang en 5 meter breed. Naar verluidt is het ook de oudste, want hij werd waarschijnlijk onder het bewind van keizer Justinianus (527-565) op de vloer gelegd.
Oorspronkelijk lagen er vijf landen -Syrië, Libanon, Jordanië, Palestina en Egypte- op de grond, maar na de aardbeving verdween 5 meter mozaïek en werden Syrië en Libanon van de kaart geveegd. ”De Heilige Stad Jeruzalem”, in de zesde eeuw nog de Romeinse stad Aelia Capitolina, wordt als grootste stad afgebeeld. Ook Gethesémané is zichtbaar. In het dorpje Bethlehem domineert de Geboortekerk. Opvallend is dat Jezus’ doopplaats aan de oostzijde van de Jordaan ligt. Vissen maken rechtsomkeer voor de zeer zoute Dode Zee. De berg Nebo staat net niet op de Palestinakaart. Palmbomen markeren de ligplaats van Jericho, een ommuurde stad met torens, en…
Helaas, de gids moet zijn betoog afbreken, want een treurend gezelschap treedt de kerk binnen. Binnen enkele minuten begint er een begrafenis.