Eeuw oude preek over Eerste Wereldoorlog blijkt verrassend actueel
STEENWIJK. Het lijkt alsof dominee Abraham Keuzenkamp het heeft over deze tijd als hij de ellende in de wereld beschrijft, maar het is 18 oktober 1914 als de jonge predikant in de hervormde kerk van Kolderveen en Dinxterveen in Drenthe zijn afscheidspreek houdt. Hij heeft de gemeente dan zeven jaar geleid. Op rijm draagt hij op die herfstdag zijn preek voor, twee maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Hoewel de wereld rond die tijd al in brand staat, moeten de ergste verschrikkingen dan nog komen. De bijzondere preek duikt precies honderd jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog op in Steenwijk. Jeanet Kuipers (68) en haar man Jan (72) haalden het vergeelde boekje onlangs na een zoektocht uit de kast, nadat ze op televisie de herdenking van de Eerste Wereldoorlog hadden bekeken. Honderd jaar oud en toch zo actueel.
De oude kerk in Kolderveen moet vol hebben gezeten met mensen op die herfstdag in 1914. Twee maanden daarvoor breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Men heeft dan nog geen idee van de slachtpartijen die komen gaan, maar de eerste tekenen dat een ramp zich aandient aan het front in België en Frankrijk zijn er al wel.
Ds. Keuzenkamp spreekt erover in zijn afscheidspreek. Als je het epistel nu leest, lijkt het met de vele brandhaarden in de wereld zeer actueel. De predikant schrijft dat het net is alsof satan zijn macht heeft hernomen, maar hij rept ook over Christus, Die uiteindelijk zal overwinnen. „Eens komt die dag. In Christus ging ’t lichten, voor Zijne komst moet de duisternis zwichten. Reeds is ’t begin en het eind komt gewis, dat God weer alles in allen is. ’t Heeft er niet veel van in onzen tijd, allerwege ellende en strijd. Heel Europa in vuur en vlam, of satan weer zijn macht hernam. Toch, gemeente! Aan d’eindpaal der tijden, zal God wat zij in hope belijden, klaarlijk van den hemel doen blijken, Voor Zijn licht zal de duisternis wijken.”
Mooie woorden van ds. Abraham Keuzenkamp (1881-1972). Ze staan bijna aan het eind in een vergeeld, maar goed gerestaureerd boekje dat in het bezit is van Jan en Jeanet Kuipers. Zij was tussen 1988 en 1996 koster in de hervormde kerk van Kolderveen, de kerk waar ds. Keuzenkamp zijn afscheidspreek hield.
Later werkte ze in de thuiszorg in de gemeente Steenwijkerland en op een dag –het moet in 1998 zijn geweest– kreeg ze van emeritus predikant P. Kamstra, die in Steenwijk woonde, het boekje met de bijzondere afscheidspreek van ds. Keuzenkamp cadeau. Zij was immers koster geweest in Kolderveen, een dorp tussen Meppel en Steenwijk, waar deze preek in 1914 werd gehouden. Een mooi en passend geschenk, vond ds. Kamstra.
Echtgenoot Jan liet het werkje restaureren en zorgde voor een kopie, die hij aan de kerk in Kolderveen schonk. Daardoor is de preek bewaard gebleven voor het nageslacht.
Het boekje verdween vervolgens in de kast bij het echtpaar Kuipers. Tot vorige maand, toen echtgenoot Jan op televisie de herdenking van de Eerste Wereldoorlog zag. Hij dacht diep na. Hadden zij niet een preekboekje in de kast staan, waarin de Kolderveense ds. Keuzenkamp inging op de verschrikkingen? Hij zocht en vorige week kwam de bijzondere preek, die zo oud is en toch zo actueel, weer boven water. Heel bijzonder vindt Kuipers, vooral omdat de Grote Oorlog precies een eeuw geleden ontbrandde. Ook nu lijkt het weer flink mis in de wereld. „Een boodschap uit het verleden die ook in het heden nog zo waar is”, vindt Kuipers.
De preek is een poëtische tekst, helemaal op rijm, twaalf pagina’s lang. Ds. Keuzenkamp rept over de Eerste Wereldoorlog. Hij zou ook de tweede meemaken. Toen stond hij in Lemmer. Daar werd hij nog gearresteerd, omdat hij weigerde te spreken in een gelegenheid waar ”Verboden voor Joden” op de deur stond.
Van één ding was ds. Keuzenkamp in 1914 al zeker en hield hij zijn gehoor voor: „Als God de Heere werkt, zal ’s werelds vloek vergaan. Ter plaatse van den doorn, de dennenboom opgaan. Waar nu de distel bloeit, zal dan de mirte staan. Tot eeuw’ge heerlijkheid van d’onvolprezen Naam.”