Met een groei op kwartaalbasis van 0,5 procent presteerde de Nederlandse economie beter dan bijvoorbeeld België, Italië, Duitsland en Frankrijk. Maar onze industrie produceerde ‘slechts’ 1,5 procent meer dan een jaar eerder. In het eerste kwartaal werd nog een groeicijfer van 3,7 procent genoteerd.

Volgens Van Mulligen was de export eigenlijk in zijn eentje verantwoordelijk voor het economische herstel van afgelopen driemaandsperiode. De groei op jaarbasis van de uitvoer nam toe van 2,7 naar 2,9 procent. Maar hierbij is wel sprake van een vertekend beeld. In het eerste kwartaal werd er vanwege de warme winter nog flink minder aardgas uitgevoerd. Die gasexport is in het tweede kwartaal weer een beetje genormaliseerd, met op kwartaalbasis een stijging van de totale uitvoer tot gevolg.

Een zelfde „echo-effect” vertroebelt het beeld van de consumptie van huishoudens. Het gasverbruik was voor de tijd van het jaar nog altijd laag. Maar relatief gezien werd meer verstookt dan in het eerste kwartaal.

Er zijn ook positieve punten te benoemen, zegt Van Mulligen. „De arbeidsmarkt vertoont tekenen van herstel. Het consumentenvertrouwen wordt steeds beter en bereikte recentelijk het hoogste niveau sinds het begin van de crisis in 2008. Ook de woningmarkt trekt steeds meer aan.”

Dat laatste moet op termijn gunstig zijn voor het opleven van de bouwproductie. Maar tot nog toe vertaalt de toename in de huizenverkopen zich nog niet in betere cijfers voor aannemers en bouwbedrijven.

Al met al blijft het economisch herstel in Nederland en de rest van Europa nog erg fragiel. Het conflict in Oekraïne en de gespannen verhoudingen met Rusland hadden in het tweede kwartaal nog geen weerslag op de economische groeicijfers. Maar daar kan in het derde kwartaal verandering in komen. Als de situatie escaleert, kan het conflict zeker gevolgen hebben, denkt Van Mulligen. Hij vindt het nu echter nog te vroeg om daar harde uitspraken over te doen.