In het berichtje worden ze opgeroepen om naar binnen te gaan, ramen en deuren te sluiten en te luisteren naar de regionale rampenzender Radio Rijnmond.

Het Vopak-incident van 16 januari vorig jaar is aanleiding voor het experiment in Vlaardingen. Als gevolg van een explosie in een opslagtank met chemicaliën ontstond er een grote stankwolk, die toen over Vlaardingen dreef. De wolk werd in eerste instantie aangezien voor een gifwolk. De alarmering van de bevolking verliep zeer gebrekkig, omdat de rampenzender niet in werking werd gesteld en de sirenes slechts één keer loeiden en dat maar in een beperkt deel van het omliggende gebied.

Verspreid over heel Vlaardingen is aan 5000 mensen per brief gevraagd of aan de proef ze deel willen deelnemen. Uiteindelijk moeten 1500 personen gaan deelnemen aan de proef. Tot en met mei krijgen de proefpersonen gelijktijdig met de sirenetest om 12.00 uur ’s middags, een sms-bericht met de alarmering.

De deelnemers hebben daarbij de keus uit één van de vier beschikbare talen: Nederlands, Engels, Marokkaans en Turks. De deelnemers aan de proef kunnen na het ontvangen van het bericht via een internetsite aangeven dat zij het bericht hebben ontvangen. Ook wordt telefonisch nagegaan hoe zij hebben gereageerd op het sms-bericht.

Naast een bericht tijdens de maandelijkse sirenetest, zullen er tijdens de testperiode ook tussentijds op willekeurige momenten berichten worden verstuurd. Zo wordt nagegaan hoe mensen reageren op een alarmering die niet samenvalt met de landelijke sirenetest. Ook zullen er alarmeringsberichten worden verstuurd wanneer er echt sprake is van een alarmerende situatie.

De kosten van het experiment, dat loopt tot 31 mei, bedragen 100.000 euro. De gezamenlijke regionale hulpverleningsdiensten draaien hiervoor op. Bij succesvolle resultaten wordt de sms-alarmering uitgebreid naar de gehele Rijnmond-regio.

Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoekt of via zogenoemde cell-broadcasting mensen bij dreigend gevaar kunnen worden gewaarschuwd. Bij dit systeem wordt naar elke mobiele telefoon in een rampgebied een sms gestuurd.

In de strijd om alarmering te verbeteren worden ook andere maatregelen genomen. Zo wordt de bevolking beter geïnformeerd over de noodzaak om gehoor te geven aan de alarmering en het opvolgen van de instructies. Ook wordt het gebruik van rampenzenders uitgebreid en worden bedrijven en winkels gewezen op gedragsregels die moeten worden gehanteerd als de sirenes loeien.