De cijfers tonen volgens het museum onomstotelijk aan dat het interculturele en interreligieuze museumbeleid voorziet in een groeiende maatschappelijke behoefte. De doelstelling van het museum is te informeren over culturen en religies van Jodendom, christendom en islam. In een persbericht meldt het Bijbels Openluchtmuseum dat het in enkele jaren is uitgegroeid tot een van de succesvolste interculturele instellingen van Nederland. Binnen het Rijk van Nijmegen is het museum al jarenlang de grootste culturele attractie. De cijfers laten zien dat het bezoek van schoolklassen met de helft is gestegen.

Het Bijbels Openluchtmuseum is van mening dat in deze hectische tijd de behoefte aan bezinning, reflectie, natuur, emotie, educatie en cultuur nog lang niet is verzadigd. Het museum meent dan ook met zijn nieuwe koers op de goede weg te zijn om nog verder uit te groeien tot „een open en betrokken ontmoetingsplaats midden in de samenleving.”

Vorig jaar nog leverde bisschop Hurkmans van ’s-Hertogenbosch forse kritiek op het museum. Hij wilde Jezus Christus weer centraal stellen in het Bijbels Openluchtmuseum, dat sinds de jaren zeventig steeds meer een multireligieuze inslag kreeg. Het museum was oorspronkelijk een pelgrimsoord voor rooms-katholieken.

Bestuursvoorzitter E. J. M. Schröder zei vorig jaar dat het accent juist moet liggen op het bijbrengen van respect voor aanhangers van andere godsdiensten. „Zij dienen immers dezelfde god”, aldus de voorzitter. Het Bijbels Openluchtmuseum kreeg een Arabisch dorp, een nagebouwde islamitische gemeenschap, er waren plannen voor een islamitisch grafveld en een Arabische tuin. De vaste tentoonstelling in het binnenmuseum was gewijd aan de drie ”heilige boeken”: de thora, de Bijbel en de koran.