De Dow-Jonesindex eindigde 0,1 procent lager op 16.560,54 punten. De brede S&P 500 zakte 0,2 procent tot 1933,75 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq ging 0,3 procent achteruit tot 4389,25 punten.

„Beleggers blijven voorzichtig”, zei een Amerikaanse beleggingsstrateeg tegen persbureau Bloomberg. „De markt wordt meer bepaald door geopolitieke gebeurtenissen dan door de ontwikkelingen in de economie of bij bedrijven.”

Beleggers kregen goed nieuws over de Amerikaanse arbeidsmarkt, waar het aantal openstaande vacatures in juni is gegroeid tot het hoogste peil sinds begin 2001. De onverwacht sterke daling van het vertrouwen onder Duitse beleggers, die eerder op de dag werd gemeld, voedde echter de zorgen over de kracht van de Europese economie en de impact die de handelsoorlog met Rusland kan hebben.

De olieprijs ging dinsdag opnieuw omlaag, mede omdat het Internationaal Energie Agentschap aangaf dat het aanbod van olie ruimschoots voldoende is om de eventuele gevolgen van de onrust in Irak, Libië en Oekraïne te compenseren.

De prijs van Amerikaanse olie ging bijna 1 procent omlaag tot 97,31 dollar per vat. Brentolie zakte 1,6 procent tot 102,97 dollar per vat en bereikte daarmee de laagste prijs sinds eind vorig jaar. Olieconcerns ExxonMobil en Chevron stonden onderin de Dow Jones met minnen van 0,2 en 0,5 procent.

Het in New York genoteerde, Leidse biotechnologiebedrijf Prosensa meldde voorbeurs dat het 5 miljoen euro krijgt voor de ontwikkeling van een medicijn tegen de spierziekte Duchenne. Prosensa gaf verder aan dat er vorig kwartaal een verlies van 8 miljoen euro werd geleden. Het aandeel zakte bijna 4 procent.

Het aandeel Intercept Pharmaceuticals steeg 17 procent. Het bedrijf meldde voorbeurs goede resultaten bij testen met een medicijn tegen leveraandoeningen.

De euro werd dinsdagavond voor 1,3370 dollar verhandeld, tegen 1,3360 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.