Korpsleiding: Agent heeft verantwoordelijkheid
DEN HAAG. De korpsstaf van de nationale politie „neemt afstand” van de tweet van een Groningse rechercheur, die van reformatorischen huize is. De man noemde zaterdag de Amsterdamse gaypride op zijn privé-account „een smerige vertoning.”
De betrokken rechercheur, werkzaam in de politie-eenheid Noord-Nederland, moest deze week op het matje komen bij de leiding.
Een zegsvrouw van de korpsstaf van de nationale politie, die de woordvoering van de eenheid Noord-Nederland overneemt, wilde gisteren niet kwijt wat er met de rechercheur is besproken. „Dat is vertrouwelijk.”
Mag een orthodox-christelijke politieman via een privé-Twitteraccount bezwaren maken tegen de gaypride?
De woordvoerster: „De nationale politie neemt afstand van deze tweet. Ik wil vooral verwijzen naar de eind vorig jaar vastgestelde beroepscode voor politiemensen. Daarin staat onder meer dat een agent integer, betrouwbaar, moedig en verbindend moet zijn. Hij moet de dialoog met de samenleving aangaan. Agenten verbinden zich aan die beroepscode.”
Korpschef Gerard Bouman noemde de beroepscode „een van de mijlpalen van 2013.” „De code is van groot belang omdat de politie de wetten en regels handhaaft, het geweldsmonopolie heeft en haar bestaansrecht ontleent aan het vertrouwen dat de burger in haar stelt. Daar hoort professioneel en integer optreden bij. De beroepscode biedt daar handvatten voor.”
De beroepscode meldt onder meer: „Ik ben mij bewust dat ik als politieambtenaar 24 uur per dag 7 dagen in de week een voorbeeldfunctie vervul. Ik zorg ervoor dat mijn gedrag –tijdens de dienst, daarbuiten, maar bijvoorbeeld ook op sociale media– het imago van de politie niet schaadt.”
Had het uitgemaakt als de rechercheur op zijn privéaccount de vermelding van zijn functie van rechercheur achterwege had gelaten?
„Ik ga daar niet op in. Een agent heeft een verantwoordelijkheid als gezagsdrager. Hij heeft een heel bijzondere rol in onze samenleving. In al zijn doen en laten moet hij zich ervan bewust zijn wat, waar en in welke bewoordingen hij iets zegt. Ik ga niet zeggen: Dit mag wel en dit mag niet.”
Had het verschil gemaakt als de rechercheur andere bewoordingen had gekozen en bijvoorbeeld had getweet dat hij „principiële bezwaren” heeft tegen de gaypride?
„Ik ga niet in op dit concrete geval. Het gaat om de vraag of iemand op juiste wijze invulling geeft aan zijn functie en hoe die zijn bewoordingen kiest. De manier waarop iemand zijn mening verwoordt, moet in overeenstemming zijn met de rol die hij heeft.”
Is er binnen de politie ruimte voor orthodox-christelijke opvattingen?
„Natuurlijk. De politie is een afspiegeling van de maatschappij. Er is ruimte voor allerlei levensovertuigingen, seksuele voorkeuren, opvattingen. Ook politiemensen hebben alle recht op vrijheid van meningsuiting, op een eigen mening. Dat is een grondrecht. Een rechercheur mag zich binnen zijn vriendenkring of binnen zijn gezin afwijzend uitlaten over de gaypride. Maar als de politieleiding vindt dat de schijn bestaat dat hij met een opmerking in het openbaar niet de onafhankelijke politieman is die hij zou moeten zijn, volgt een gesprek.”
De politie voer zelf zaterdag mee tijdens de botenparade op de gaypride in Amsterdam. Kunt u zich voorstellen dat dat sommige groepen in de samenleving tegen de borst stuit?
„Het gaat niet om de vraag of ik me dat kan voorstellen. De politie is een dwarsdoorsnee van de samenleving. De politie heeft de keuze gemaakt ook bij de gaypride vertegenwoordigd te zijn. Punt.”
Wat vindt u van de stelling dat de politie niet meer neutraal is als ze ervoor kiest mee te varen op de gaypride?
„Die stelling wijs ik af.”