Commentaar: Ruimte voor christenpolitiemensen neemt af
De tweet van een Groningse politieman waarin hij de Amsterdamse gaypride van zaterdag afkeurde, heeft veel losgemaakt. Op internetfora kreeg hij heftige en veelvuldige kritiek. En hij moest op het matje komen bij zijn baas.
Dat laatste is begrijpelijk. Vaak beseffen mensen die op Twitter of Facebook actief zijn te weinig dat ze vanwege hun functie ook gerelateerd zijn aan het bedrijf of instelling waar ze werken. Dat de leiding rekenschap vraagt van berichten die ‘in functie’ zijn verspreid, is logisch.
Bovendien kan men zich afvragen of de woorden van het bericht welgekozen waren. Sterker, het is misschien helemaal niet verstandig om standpunten in maximaal 160 tekens wereldkundig te maken. Dat leidt alleen tot emotioneel geladen, ongenuanceerde uitspraken.
Aan de andere zijde is het verbijsterend hoe critici zich kunnen laten gaan. Dat een site als GeenStijl hier de draak mee steekt, zal niemand verwonderen. De redactie daarvan is ongekend trouw aan de merknaam: GeenStijl, inderdaad: geen fatsoen. Maar dat doorgaans fatsoenlijke mensen zich in de meest vulgaire termen uitlaten, is onthutsend. Als dit symptomatisch is voor het beschavingspeil van onze bevolking, dan is dat onthutsend. Elke redelijkheid is verdwenen.
De commotie is een teken van het heersende denkklimaat. Daarin is slechts nog beperkt plaats voor afwijkende meningen. Zeker opvattingen die gebaseerd zijn op de Bijbel worden slechts geduld. Een politieman vertelde gisteren in deze krant soms op zijn tong te moeten bijten bij discussies onder collega’s over ethische thema’s. Hij wil geen gedoe met de leiding. Zo verschuift de betekenis van het begrip: ”stille politieman”. Wordt daar doorgaans een agent in burger mee bedoeld, nu tendeert het in de richting van een politiebeambte die christen is en zijn kiezen op elkaar houdt.
Natuurlijk is er onderscheid. De ene mens is nu eenmaal vrijmoediger dan de ander. Waarbij wel opvalt dat veel christenen van zichzelf al de neiging hebben om zich terughoudend uit te spreken over hun principes.
Zeker is het ook waar dat het ene team het andere niet is. Er zullen politiekorpsen, bedrijven en instellingen zijn waarin voor mensen met een christelijke overtuiging ruimte is. Maar de heersende, steeds sterker wordende denkrichting is dat orthodoxe, Bijbelse standpunten slechts worden getolereerd.
De overheid wil in onze pluriforme samenleving ruimte geven aan alle opvattingen. Zij zegt ook dat de samenstelling van het politieapparaat een afspiegeling moet zijn van die samenleving. Dan moet die overheid er ook garant voor staan dat er ruimte is voor poltiemedewerkers met een orthodox-christelijke achtergrond.
Tegelijk schept dit verplichtingen voor christenen. Niet voor niets maant de Bijbel hen om woorden op het juiste moment op gepaste wijze te spreken. Dat betekent: duidelijkheid in het afwijzen van het kwaad, zorgvuldigheid, geen betweterigheid of hoogmoed, en altijd met oog voor en betrokkenheid op de medemens. Dat is een hele opgave.