De Dwaze Moeders van Santa Rita
Een aantal Cubaanse vrouwen volgt het voorbeeld van de Argentijnse Dwaze Moeders van het Meiplein die wekelijks een stille tocht houden om opheldering te eisen voor hun verdwenen familieleden. De vrouwen in Cuba lopen zo’n rondje elke zondagmorgen rond 9.00 uur op de Vijfde Avenue in Havana.
Dat deze vrouwen de tocht lopen is een teken aan de wand voor de Cubaanse revolutie, die in 2004 haar 45e jaar is ingetreden. Een mislukte revolutie, want ze heeft de Cubanen niets anders gebracht dan repressie en economische ellende. Bovendien zochten duizenden Cubanen hun heil elders, en dan vooral aan de overkant in de Amerikaanse staat Florida.
Vorig jaar april, op een moment dat president Bush nog in Irak oorlog voerde, zag de Cubaanse president Castro zijn kans opeens schoon. Hij liet 77 journalisten, schrijvers, vakbondsleiders en andere dissidenten zonder pardon oppakken. Ze kregen celstraffen die varieerden van 12 tot 28 jaar. Het aantal politieke gevangenen is in werkelijkheid veel groter. Mensenrechtenorganisaties schatten het aantal op 300. Het getal 75 hing tijdens de afgelopen kerstdagen ook boven in diverse kerstbomen in Cuba. Een stil gebaar van protest.
De vrouwen die een stille tocht houden, zijn echtgenotes en moeders van die gevangenen. Ze komen elke zondag bij elkaar in de Santa-Ritakerk in Havana. Ze doen feitelijk iets wat verboden is. Samenscholen mag niet in Cuba - maar de eucharistie en alles wat daarbij hoort, biedt een mantel van veiligheid. Ze hopen en bidden dat een wonder hen van de dagelijkse triestheid zal verlossen. Al beseffen ze ook wel dat er verklikkers in de kerk zitten.
Vijftien tot 25 vrouwen dragen witte kleding en een zwarte zakdoek op het hoofd als ze hun stille tocht maken. Dit vertelt de Cubaanse onafhankelijke journaliste Fara Armenteros vanuit Havana via een krakkemikkige telefoonverbinding. Hun liefde voor hun echtgenoten en familieleden is groot en overstijgt de dreiging van een mogelijke inval van de Seguridad del Estado, de veiligheidsdienst van de staat. „Iets wat dagelijks gebeurt, die bedreigingen bedoel ik”, bevestigt Fara Armenteros.
Al in april vorig jaar besloten de families van de groep van 77 gevangenen (gemakshalve 75) zich te verenigen en zich aan te sluiten bij het bestaande Comité van Moeders Leonor Perez, dat al drie jaar hielp bij de mis in de Santa-Ritakerk. Bedreigingen van veiligheidsfunctionarissen waren niet van de lucht. „Stille tochten zijn niet toegestaan, anders zullen we jullie…” De meest ernstige verwensingen kregen ze naar zich toegeslingerd.
Toch hebben de echtgenoten en moeders van de gevangenen besloten in stilte langs de Vijfde Avenue te trekken, en daaropvolgend begonnen medewerkers van de veiligheidsdiensten de gevangenen te bezoeken. Deze kregen dan in de cel te horen tot welke gekkigheid hun vrouwen en moeders in staat waren. Maar ze bereikten niets. Dankzij de druk werd de groep van de vrouwen van Santa Rita sterker. Ze gingen door en elke keer met een sterker gevoel van eenheid en solidariteit, waarmee ze het onrecht konden weerstaan. Ook zij weten dat er in elk beschaafd land mag worden gestaakt en gedemonstreerd, behalve in Cuba. Op hun manier wekken ze ook nog respect, want de vrouwen vechten voor de vrijlating van de hunnen.
Ze maken met deze daad zelfs een knipoog naar de officiële Cubaanse geschiedenis, want waren het niet de vrouwen die in 1953 ’waakten’ toen hun Fidel met zijn revolutionairen in Santiago de Cuba de eerste (mislukte en bloedige) aanval lanceerde op het ultieme symbool van het Batista-regime, de Moncada-kazerne, en vervolgens in de cel belandde? Castro kwam onder druk van de internationale gemeenschap na enkele jaren vrij. De omstandigheden van 2004 staan in een schril contrast met die van 1953: Fidel had een gewelddadige actie ondernomen en nu betreft het gewetensgevangenen die in april zijn veroordeeld.
De familieleden geven door middel van diverse kanalen uitdrukking aan hun gevoelens van verontwaardiging. „Onze geliefden ademen de betonwalm in van de gevangenissen en de druk maakt hun lichamen ziek.” De situatie is ernstig in Cuba, schreeuwt Fara Armenteros in de hoorn. „We leven in een totalitaire staat. De economische omstandigheden zijn belabberd. Het is verschrikkelijk en slecht. We hebben tekort aan kleding en eten. Het geweld neemt toe.” Zelf krijgt Armenteros als journalist ook de nodige bedreigingen. Maar ze gaat door, onvermoeibaar als ze is.