Vredesboodschap, een eeuw na de wereldbrand
LONDEN/SYDNEY. Vrede. Verzoening. „Welke mooiere boodschap kunnen wij vandaag brengen aan degenen die wanhopen om het vredesproces in het Midden-Oosten?” zei de Franse president Hollande zondag. Op verschillende plaatsen in de wereld is de afgelopen dagen stilgestaan bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, een eeuw geleden.
De tijden zijn veranderd. De presidenten van Frankrijk en Duitsland omarmden elkaar toen ze zondag samen stilstonden bij de Duitse oorlogsverklaring aan Frankrijk, precies 100 jaar geleden. François Hollande en Joachim Gauck brachten in de Elzas een eerbetoon aan de gesneuvelde militairen. En dat waren er onnoemelijk veel.
Het was voor het eerst dat een Duits staatshoofd de Franse ceremonie bijwoonde. Samen met zijn Franse collega legde hij de eerste steen voor een Duits-Frans herdenkingsmonument en een expositieruimte bij begraafplaats Vieil Armand. Het bouwwerk moet in 2017 klaar zijn. Hier, in de bergen rond Vieil Armand, is zwaar gevochten. Er kwamen ongeveer 30.000 Duitse en Franse militairen om. De begraafplaats telt 12.000 graven van onbekende soldaten.
Hollande benadrukte dat Duitsland en Frankrijk ooit gezworen vijanden waren, maar die animositeit opzij hebben gezet om vrede mogelijk te maken. En anderen kunnen dat ook, aldus Hollande. „De geschiedenis van Frankrijk en Duitsland toont aan dat de wil het altijd kan winnen van fatalisme en dat mensen die erfelijke vijanden zijn zich binnen een paar jaar kunnen verzoenen.” Zou dat kunnen, daar in Oekraïne, in het Midden-Oosten en bij al die andere brandhaarden?
De Eerste Wereldoorlog is zondag ook herdacht in Rusland. Zaterdag waren er herdenkingen in Australië en Nieuw-Zeeland, vandaag in België. En de komende jaren worden er nog meer herdenkingen gehouden. Een duivenliefhebber stuurde onlangs uit Ieper 22.000 duiven richting Groot-Brittannië als symbool van vrede. Hij hoopt dat het een jaarlijkse traditie wordt.
De Grote Oorlog brak uit nadat op 28 juni 1914 in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger en zijn vrouw werden vermoord. Het was de lont in het kruitvat van machtsstrijd en wantrouwen tussen de Europese landen.
Na de aanslag op 28 juni bleef het enkele weken schijnbaar stil. Achter de schermen overlegde Wenen met Berlijn. Op 28 juli verklaarde Oostenrijk-Hongarije Servië de oorlog. Binnen de kortste keren was een groot deel van Europa verwikkeld in een kluwen aan vechtende landen: Rusland mobiliseerde zijn leger, Duitsland verklaarde Rusland op 1 augustus de oorlog, Frankrijk mobiliseerde omdat het een verbond met Rusland had, Duitsland besloot daarom Frankrijk aan te vallen en bezette nog diezelfde eerste augustus Luxemburg.
België weigerde de Duitse troepen de doortocht, waarop Duitsland het neutrale België de oorlog verklaarde en op 4 augustus het land binnenmarcheerde. Dit was voor Groot-Brittannië reden om Duitsland nog dezelfde dag de oorlog te verklaren, aangezien Groot-Brittannië de neutraliteit van België had gegarandeerd. En met Engeland, Schotland en Wales werd ook de rest van het Britse Gemenebest de strijd ingesleurd; vandaar dat die zaterdag ook in Australië en Nieuw-Zeeland is herdacht.
Anders dan bij de Tweede Wereldoorlog duurde het even voordat de oorlogsmachine goed op stoom was. Maar toen was hij ook niet meer te remmen. Het werd een uitputtingsslag die meer dan vier jaar duurde, miljoenen levens eiste en enorme verwoestingen teweegbracht.
En binnen enkele decennia stond Europa –en meer dan Europa– opnieuw in vuur en vlam.