Binnenland

Honderd jaar vriendschap door Eerste Wereldoorlog

TILBURG. Opa Frans van Erve kwam in 1914 uit zijn werk thuis met een Belgisch vluchtelingengezin: Michel en Caroline van den Broek en hun drie kinderen. In 1919 gingen de Belgen terug naar hun huis in Lier. De hoofdrolspelers van toen leven al jaren niet meer, maar het contact tussen de families is gebleven. „Honderd jaar vriendschap, dat is toch best iets bijzonders.”

4 August 2014 19:49Gewijzigd op 15 November 2020 12:13
TILBURG. De familie Van Erve uit Tilburg viert komende maand dat ze honderd jaar bevriend is met de Belgische familie Van den Broek. „ We hebben ook de burgemeester voor het feest uitgenodigd.” Op de foto de groep die de reünie voor die dag organiseert. V
TILBURG. De familie Van Erve uit Tilburg viert komende maand dat ze honderd jaar bevriend is met de Belgische familie Van den Broek. „ We hebben ook de burgemeester voor het feest uitgenodigd.” Op de foto de groep die de reünie voor die dag organiseert. V

Hoe het eerste contact tussen opa Frans en het Belgische gezin tot stand kwam weten de kleinkinderen van Frans en Jana niet meer. Hub van Erve: „De Van den Broeks vluchtten tijdens het beleg van Antwerpen, zoals zo veel Belgen. Hoogstwaarschijnlijk kwamen ze met de trein. Dat moet dan het ”Bels lijntje” zijn geweest, want ze kwamen hier in Tilburg op het station terecht. Op het station werkte opa in de onderhoudswerkplaats, ”op den atelier”, zoals ze hier in Tilburg zeggen.”

„Het verhaal gaat dat opa de familie Van den Brink uit de rij heeft gehaald waar ze stonden te wachten om te worden geregistreerd”, vult Els Melis haar neef aan. „Maar er wordt ook gezegd dat opa ze op straat vond.”

Opa en oma Van Erve namen pa en ma Van den Broek en hun drie kinderen –„later kwam er nog een vierde kind bij”– in hun gezin op. Hub: „Eerst woonden ze bij hen in, maar dat was natuurlijk krap. Onze grootouders hadden nog een huis waar hun vader alleen woonde. Daar trokken ze bij in. Nog weer later ging de familie Van den Broek zelfstandig wonen.”

Oma Van Erve en de Bonne, zoals mevrouw Van den Broek werd genoemd, konden het direct goed vinden met elkaar, hoewel ze elkaar nooit bij de voornaam noemden. Els: „De twee leken zelfs op elkaar en werden voor twee zussen versleten.”

De Bonne en de Bonpa, zoals opa Van den Broek werd genoemd, konden op een gegeven moment in hun eigen onderhoud voorzien. Hub: „De Bonpa had het stoute idee een fritestent te beginnen, maar dat sloeg hier toen nog niet aan. Later ging hij werken als kleermaker, wat hij van origine was. De concurrentie was groot, maar hij was een vakman.”

Na de oorlog gingen de Belgen terug naar Lier, maar het contact bleef. Ook de andere kleinkinderen halen herinneringen op aan de Bonne en oma. Jan, een broer van Hub: „Het was heel bijzonder. Het gebeurde meer dan eens dat onze oma zei: „Zullen we naar Lier gaan.” Ze gingen dan ook daadwerkelijk met de trein naar Lier.” De Bonne had hen dan al verwacht. Zij had die ochtend gezegd dat het haar niet zou verbazen als onze grootouders kwamen.”

Begin 1940 kwamen „onze Belgen” langs in Tilburg. Hub: „Bij het afscheid gaven onze oma en mevrouw Van den Broek elkaar een kus. Dat deden ze normaal nooit. Heel bijzonder, want het is de laatste keer dat ze elkaar hebben gezien. De Bonne en de Bonpa zijn in de Tweede Wereldoorlog namelijk naar Engeland gevlucht en onze grootouders zijn in 1944 overleden.”

Na de Tweede Wereldoorlog bleven de twee families, hoewel opa en oma Van Erve al waren gestorven, elkaar ontmoeten. Nel: „Onze ouders gingen naar Lier en dat was weer als vanouds.” Hub: „Er was geen verwijdering, hoewel ze elkaar vier, vijf jaar niet hadden gezien.”

Eind jaren zeventig overleden opa en oma Van den Broek, maar de kinderen en de kleinkinderen bleven contact houden. Jan: „Regelmatig beleggen we een familiereünie. Het ene jaar bij hen en het andere jaar bij ons. Dan zijn we met zo’n veertig tot vijftig man. In 2004, toen we elkaar 90 jaar kenden, hebben we een kalender uitgegeven met familiefoto’s van elkaar. Op de kalender stonden al onze verjaardagen aangegeven.”

De familie Van Erve heeft de Belgen voor september dit jaar uitgenodigd, als ze elkaar honderd jaar kennen. „Dan gaan we naar de tentoonstelling hier in Tilburg over de opvang van de vluchtelingen.”

De Belgen hebben al aangegeven allemaal te zullen komen. Hub: „Dat was van: „We komen weer met de trein. En reken er maar op dat we weer vijf jaar blijven.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer