Tot op heden zijn van de 17 officiële en openbaar gemaakte voordrachten voor een post in de Europese Commissie slechts twee vrouw: de Zweedse huidige EU-commissaris Cecilia Malmström en de Tsjechische minister van Regionale Ontwikkeling Vera Jourová. Dat is veel te weinig en dat zal Juncker ook niet accepteren, aldus de zegsvrouw. „Een commissie met twee of drie vrouwen is niet geloofwaardig.”

Bovendien heeft het Europees Parlement al aangegeven niet in te stemmen als er niet voldoende vrouwen zitting nemen in de commissie. Het huidige dagelijks bestuur van de EU telt negen vrouwen.

Er zingen wel meer namen rond van vrouwelijke kandidaten, zoals van de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken Federica Mogherini, de Bulgaarse EU-commissaris Kristalina Georgieva en de Nederlandse minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen. Maar deze zijn (nog) niet formeel genomineerd.

Juncker heeft de hoofdsteden gevraagd voor augustus hun kandidaten door te geven, maar het is geen dwingende deadline. Nederland houdt in het openbaar de kaarten stevig tegen de borst om de kansen op een mooie post niet in gevaar te brengen. Desalniettemin bestaat de kans dat Juncker al wel op de hoogte is van de wensen van Den Haag.

Zijn woordvoerster wilde niets zeggen over nominaties en namen die rondgaan. Tot op heden heeft Juncker echter nog niemand gevraagd zijn mannelijke kandidaat in te trekken en een vrouwelijke te nomineren, zei ze.

Het is aan Juncker om zijn ploeg samen te stellen, maar de lidstaten hebben wel zeggenschap over de post van EU-buitenlandchef die tevens vicevoorzitter is van de commissie. Op een top eind augustus moeten ze het daar eens over worden. En omdat een land een ander niet zomaar een belangrijke post gunt, hangt alles met elkaar samen.