In het tweede kwartaal daalde de omzet met 2,2 procent naar 51 miljard euro. De operationele winst was 3,3 miljard euro, ruim 3 procent lager dan een jaar geleden. Toch waren de cijfers minder slecht dan waar analisten rekening mee hielden. Het aantal auto’s dat in de periode april tot en met juni werd afgeleverd steeg met 5,6 procent naar ruim 2,6 miljoen. Opvallend was de plus in de verkopen van de luxemerken Porsche en Bentley.

In de eerste zes maanden van het jaar verkocht VW in totaal ruim 5 miljoen auto’s, 5,6 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. De omzet van VW stabiliseerde daarbij op circa 99 miljard euro. De opbrengsten werden onder meer geremd door negatieve wisselkoerseffecten.

Topman Martin Winterkorn van VW sprak van aanhoudende concurrentiedruk en gespannen situaties in sommige van de opkomende markten waarin de autofabrikant opereert. Hij kondigde onder meer aan te gaan snijden in de kosten bij Volkswagen, de grootste tak van VW.

Ook meldde VW dat het een nieuwe fabriek opent in de Verenigde Staten. In de nieuwe faciliteit in Tennessee, die omgerekend 672 miljoen euro kost, wordt een nieuwe SUV geproduceerd die de verkoop in de VS moet stuwen.