Het project moest aantonen of Belgen bereid zijn de auto te laten staan als zij moeten betalen per gereden kilometer. De resultaten laten zien dat de automobilist maar beperkt zijn rijgedrag aanpast. Het aantal kilometers in de spits daalt met maar 2 procent en het aantal afgelegde kilometers daalt met 3,6 procent.

Met het rekeningrijden moet niet het bezit, maar het gebruik van een auto worden belast. Tijdens de ochtend- en avondspits betaalden automobilisten twee keer zo veel als tijdens de stillere uren. In stedelijke gebieden ging het om 9 cent per kilometer, op autosnelwegen om 5 cent.

De auto wordt, zo blijkt uit de proef, niet ingeruild voor het openbaar vervoer. 85 procent van de deelnemers vindt dat geen gelijkwaardige vervanger voor de auto. De proefpersonen gingen wel vaker met de fiets of te voet, winkelden dichterbij huis, of op goedkopere tijdstippen en combineerden ritjes. De drukte op snelwegen nam nauwelijks af. In de stad daalde het verkeer met 8 procent.