DONETSK (ANP). Waarnemers van de OVSE gaan donderdag weer proberen een weg te vinden richting de wrakstukken van de neergehaalde Boeing in Oost-Oekraïne. Daar zijn ook Nederlanders bij, zo maakte de woordvoerster van de leider van de Nederlandse repatriëringsmissie, Pieter-Jaap Aalbersberg, woensdag bekend.
Over de verkenning zal „de hele nacht” worden gesproken, met de separatisten in het gebied maar „ook in Kiev”. Dat heeft de leider van de OVSE-waarnemers in Donetsk, de Zwitser Alexander Hug, woensdag gezegd tegen het ANP.
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) had woensdag ook geprobeerd een weg naar de rampplek te vinden. Volgens Hug, die mee was, namen de waarnemers een nieuwe route. Bij een controlepost van de rebellen stopten ze en zagen ze gewonden, waarschijnlijk opstandelingen. Daarop besloten de OVSE’ers terug te keren naar hun hotel in Donetsk. „De veiligheidssituatie nam de beslissing”, aldus Hug.
De OVSE’ers en Nederlandse experts en journalisten proberen al dagen naar de rampplek te gaan. Die is op ongeveer 60 kilometer van Donetsk. Dat is nog altijd niet gelukt. Onderweg is het steeds te gevaarlijk door gevechten tussen separatisten en het regeringsleger, dat aan een opmars bezig is.
Oekraïne zei woensdag dat de pro-Russische rebellen mijnen hadden neergelegd op de wegen naar het rampgebied. Hug kon dat niet bevestigen. „We hebben er de afgelopen dagen wel op gelet, maar we hebben niet geconstateerd dat er mijnen waren. Het is dus speculatie. Maar als er inderdaad mijnen liggen, moeten er maatregelen worden genomen”, zei de Zwitser. Aalbersberg kon eerder woensdag ook niet bevestigen dat er mijnen waren gelegd.
De forensische experts willen naar de rampplek om de stoffelijke overschotten die daar nog liggen, te vinden en naar Nederland te brengen.