De strijdende partijen moeten afzien van een aanval of die tijdelijk opschorten, wanneer het risico te groot is op buitensporige schade aan burgers en burgerdoelen, aldus Boukje Pieters, specialist in humanitair oorlogsrecht bij het Nederlandse Rode Kruis. Ook zouden de strijdende partijen meer voorzorgsmaatregelen moeten treffen bij hun aanvallen om te voorkomen dat er burgerslachtoffers bij vallen.

De organisatie maakt zich zorgen om de hevigheid van het geweld en de aanvallen op burgers, burgerdoelen, hulpverleners van het Rode Kruis en ziekenhuizen. Daarnaast zijn al tien ambulances getroffen door het geweld, waarvan zeven niet meer inzetbaar zijn.

Het Al-Quds-ziekenhuis, dat de afgelopen jaren is gerenoveerd met steun van het Nederlandse Rode Kruis, werd woensdag beschadigd door bombardementen, meldde het ICRC. „Een aanval moet in verhouding staan tot het te bereiken doel”, aldus Pieters. De hulporganisatie eist dat dit zogenoemde proportionaliteitsbeginsel steeds in acht wordt genomen door Israël en Hamas.

Vorige week verklaarden de Verenigde Naties dat alles erop wijst dat Israël met de aanvallen op de Gazastrook het internationaal recht schendt en oorlogsmisdaden pleegt. Ze veroordeelden ook de beweging Hamas wegens het beschieten van Israël met raketten.

Het huidige conflict in de Gazastrook duurt volgens de BBC nu langer dan die van 2 en 6 jaar geleden. In 2012 duurde de strijd 8 dagen, 4 jaar eerder eindigde het Israëlische offensief pas na 22 dagen.