„Ruimtelijke regels vragen alertheid kerk”
DORDRECHT. Kerkbestuurders moeten alert zijn rond de vaststelling van gemeentelijke omgevingsplannen. „Het is nog maar zeer de vraag of het met de nieuwe regels eenvoudiger wordt en of de regeldruk zal verminderen.”
Dat stelt kerkrentmeester en adviseur G. Metselaar in het nieuwste nummer van Kerkbeheer, uitgave van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) in de Protestantse Kerk in Nederland.
De overheid zegt dat de nieuwe ruimtelijke wetgeving voor meer overzichtelijkheid, een vereenvoudiging en stroomlijning in de procedures zorgt. Maar het is nog onduidelijk of dat ook zal gelden voor de kerken, schrijft de kerkrentmeester van de hervormde gemeente te Hollandscheveld. „Wanneer we niet zeer alert zijn betwijfel ik of de ruimte die de nieuwe regels bieden spontaan zal worden benut.”
Onder de nieuwe regelgeving komt er één omgevingsplan voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en voor bestaande. Met name rond de bestaande bebouwing ziet Metselaar problemen ontstaan voor de kerken. In het ruimtelijk beleid moet nadrukkelijk naar het beschermen van „cultureel erfgoed en karakteristieke bebouwing” worden gekeken. „Juist de kerken beschikken over een scala aan karakteristieke panden in de vorm van kerken, pastorieën, kosterswoningen, verenigingsgebouwen”, constateert Metselaar.
Kerken „zijn met name kwetsbaar wanneer de overheid vindt dat wij een karakteristiek pand hebben en wanneer het gaat om de gebruiksmogelijkheden. Nu straks ook de beroepsmogelijkheden vervallen wanneer de gemeente de regels als ”beheersregels” kwalificeert, is het zaak om tijdens inspraak uw wensen op tafel te leggen en waar nodig wethouders, en raadsleden rechtstreeks aan te spreken over de kerkelijke belangen.”
Hij vindt het kwalijk dat de kerk altijd zuinig is geweest op haar bezittingen, maar juist daardoor nu (mogelijk) in de problemen dreigt te komen: de overheid legt wel eisen op maar stelt geen geld beschikbaar voor het onderhoud van de beeldbepalende gebouwen.