Cultuur & boeken

Kunstenares leert van asielzoekster wat leven is

Titel:

Tjerk de Reus
7 January 2004 14:08Gewijzigd op 14 November 2020 00:51

”Vrije vormen”
Auteur: Joke van Leeuwen
Uitgeverij: Querido, Amsterdam, 2002
ISBN 90 214 7290 2
Pagina’s: 200
Prijs: € 14,90. Er verschijnen heel wat boeken die het etiket ”literair” meekrijgen. Er werden bijvoorbeeld zo’n 150 romans uit 2002 ingezonden voor de Librisprijs. Dat is een hard cijfer, dat aangeeft hoe breed dit marktsegment is. Toch is het aantal romans dat werkelijk de moeite waard is, vaak maar gering. Maar Joke van Leeuwens roman ”Vrije vormen” hoort daar hoe dan ook bij. Het is haar eerste roman voor volwassenen, die meteen overtuigend is.

In het boek staan twee werkelijkheden tegenover elkaar: die van een asielzoekster en die van een kunstenares. Deze twee werelden komen heel concreet met elkaar in contact, doordat de kunstenares een kamer te huur aanbiedt aan de asielzoekster, een vrouw uit Oost-Europa. Deze confrontatie is een botsing van totaal verschillende posities in het maatschappelijk leven. Maar dat niet alleen. Het wordt uit Van Leeuwens verhaal duidelijk dat hiermee twee basale posities van menszijn aan de orde komen: de mens die veiligheid heeft en daar niet eens meer bij stilstaat en de mens die in fundamentele zin geen geborgenheid kent. Oppervlakkige beschouwing wijst uit dat de ’zielige’ vrouw jaloers zal zijn op de ’welgestelde’. Maar bij Van Leeuwen is het omgekeerd. Wat pathetisch uitgedrukt: de kunstenares leert van de asielzoekster wat het werkelijke leven is.

De opzet van Joke van Leeuwen is duidelijk: het kunstenaarsmilieu waarin het verhaal zich afspeelt staat los van de werkelijkheid van pijn en verdriet. Maar helemaal ongecompliceerd is het engagement dat deze roman propageert niet. Na lezing van het boek kun je onmogelijk beweren: kunst en leven hebben niets gemeen, dus exit kunst. Het lijkt er eerder op dat kunst een dimensie mist als het volle leven buiten beeld is geraakt. Het gaat dan om de dimensie van de ethiek. Als dat inderdaad het eigenlijke verhaal van Van Leeuwen is, valt deze roman wel toe te juichen in een voorjaar waarin auteurs als Thomas Rosenboom en A. F. Th. van der Heijden (sinds dit voorjaar heet hij A. F. Th.) de grote publiekstrekkers zijn.

Levenswerk

De kunstenares -ze heet Dok- doceert aan de kunstacademie. Zij begeleidt het project ”Vrije vormen” en bespreekt met de studenten hun plannen voor het te vervaardigen kunstwerk. De opdracht van dit project is, zoals de benaming aanduidt, heel vrij. Alles is mogelijk, als er maar een goede gedachte aan ten grondslag ligt - of een goed gevoel. Neem bijvoorbeeld Helma S., die aan Dok meldt dat ze ’iets’ wil doen met ’overwoekeren’: „Met overwoekeren? herhaalt Dok. Ja. Iets met overwoekeren. Hoe zie je dat voor je? Ik zie gebouwen voor me, beroemde gebouwen die helemaal overwoekerd raken. Denk je aan ruïnes, vraagt Dok, aan oude culturen? Nee, daar denk ik helemaal niet aan. Juist niet, ik denk juist aan nieuwe gebouwen, waarin mensen elke dag bezig zijn om van alles te regelen, zulke gebouwen wil ik laten overwoekeren, terwijl de mensen binnen blijven doorgaan met hun werk. Maar dat is een plan voor de lange termijn. Ik denk zelfs dat het mijn levenswerk wordt.”

Met onverholen spot geeft Van Leeuwen zulke dialogen weer. Het plan van de student is onbestemd, vaag, mist body. Tegelijk is het wereldbestormend en het heet zelfs een ”levenswerk” te zijn. Dat zo’n kunstzinnig voornemen elke werkelijkheidszin mist, wordt vooral onderstreept aan het slot van het boek, waar de kille zijde van de huidige samenleving zich overduidelijk manifesteert.

Maar het gebeurt ook al eerder, als een dreigend voorteken: tegenover het gebouw van de kunstacademie ligt een man te slapen aan een tafel, met zijn hoofd op zijn armen. Na verloop van tijd blijkt deze man al geruime tijd dood te zijn. Kortom, terwijl de studenten zich in alle ernst verdiepen in de meest zweverige denkbeelden, speelt de meedogenloosheid van de samenleving zich vlak voor hun ogen af - maar ze zien het niet. Het is een meedogenloosheid die niet losstaat van hen. Hun verheven plannenmakerij is er op de een of ander manier mee verbonden.

Ethiek

Dok zelf wordt daar aan het slot van de roman genadeloos mee geconfronteerd. Als de vijandschap van de samenleving jegens asielzoekers duidelijk aan de dag treedt en haar huisgenoot raakt, bijt deze haar toe: „Jij weet niet, Dok!” Hoewel Dok tijdens de lessen op de academie nauwkeurig studie maakt van het menselijk lichaam -ze leert haar studenten hoe zij de mens moeten weergeven zoals hij is- weet Dok als het erop aankomt niets van wat mensen mensen kunnen aandoen en met welke emoties dat gepaard gaat.

Zo landt het boek uiteindelijk in de ethiek. Dat doet intussen niets af aan de kracht van de vertelling - om een gangbaar vooroordeel meteen maar de pas af te snijden. Maar het boek vraagt als het ware om een „voltooiing in het leven van de lezer”, zoals Sem Dresden eens heeft gezegd. Van Leeuwen wijst op de verantwoordelijkheid van mensen voor elkaar en kritiseert de vanzelfsprekende gerichtheid op het eigen bestaan en op de eigen beslommeringen. Dat is de winst van deze roman, die je vooral als een geschenk zult aanvaarden wanneer je de leegte van veel moderne cultuuruitingen werkelijk hebt geproefd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer