Fascinerende snippers
Mede Titel: ”Fragmenten uit de woestijn. De Dode-Zeerollen opnieuw bekeken”, Florentino García Martínez en Eibert Tigchelaar (red.); uitg. Meinema, Zoetermeer, 2003; ISBN 90 211 3947 2; 203 blz.; € 18,50. ”De wereld van de Dode-Zeerollen”
Auteur: Philip R. Davies, George J. Brooke en Phillip R. Callaway; vertaald uit het Engels; met 216 illustraties
Uitgeverij: Fontaine, Abcoude, 2003
ISBN 90 5956 019 1
Pagina’s: 216
Prijs: € 37,50.
Hebben de vele gouden voorwerpen die genoemd worden in de Koperen Rol van de Dode-Zeerollen echt bestaan? Is het waar dat het Vaticaan de publicatie van teksten tegen heeft gehouden? Wat betekenen de vondsten voor de betrouwbaarheid van de bijbelhandschriften? Talloze vragen zijn in de afgelopen tijd opgeworpen door de vondst van honderden handschriften in de omgeving van de Dode Zee. Nu nagenoeg alle teksten gepubliceerd zijn, komt er meer zicht op de betekenis en kunnen ook hardnekkige geruchten ontzenuwd worden.
In Nederland verschenen recent twee boeken die een goed overzicht geven van de huidige stand van zaken met betrekking tot de Dode-Zeerollen: een boek met bewerkte lezingen van Nederlandse geleerden -”Fragmenten uit de woestijn. De Dode-Zeerollen opnieuw bekeken”- en een rijk geïllustreerd overzichtsboek dat vanuit het Engels vertaald is: ”De wereld van de Dode-Zeerollen”.
De eerste Dode-Zeerollen werden in 1947 door bedoeïenen gevonden in een grot aan de noordwestelijke zijde van de Dode Zee. Binnen een paar jaren werden de eerste rollen gepubliceerd en braken de discussies over de teksten los. Tussen 1952 en 1956 werden nog meer grotten met teksten in dezelfde omgeving ontdekt. Daarbij was een grot met alleen nog maar snippers of fragmenten van boekrollen (grot 4). Volgens globale tellingen gaat het om meer dan 40.000 fragmenten van op zijn minst 600 verschillende rollen. De meeste fragmenten zijn erg klein, en minstens 90 procent van de rollen is vergaan.
De Dode-Zeerollen spreken velen aan, omdat ze de alleroudste bijbelhandschriften bevatten. Ze nemen een belangrijke plaats in in de discussie over de betrouwbaarheid van de overlevering van de Hebreeuwse Bijbel. En ze geven informatie over de achtergronden van het ontstaan van het vroege christendom. De rollen stonden in de jaren negentig van de twintigste eeuw in het middelpunt van een discussie over geheimhouding en complotten. Er was toen nog maar een fractie gepubliceerd van de tienduizenden fragmenten uit grot 4.
In een spannend geschreven bestseller poneerden twee onderzoeksjournalisten, Michael Baigent en Richard Leigh, de stelling dat bepaalde teksten bewust door de Rooms-katholieke kerk geheimgehouden werden. Ze zouden namelijk explosief materiaal bevatten dat een heel ander licht zou werpen op Jezus en het vroege christendom. Tussen 1992 en 2003 zijn bijna al de fragmenten van grot 4 officieel uitgegeven en daaruit blijkt dat de genoemde journalisten ongelijk hebben. De discussies over de Dode-Zeerollen kunnen nu voor het eerst gevoerd worden op basis van al het tekstmateriaal.
Essenen
Het is nog steeds de vraag hoe restanten van honderden rollen in een aantal grotten dicht bij elkaar in een woestijnachtig gebied terechtkwamen. Kort na de vondsten kwam de Essenen-theorie op. De rollen zouden afkomstig zijn van de bibliotheek van de Essenen die in Qumran een soort gemeenschapsruimte gehad zouden hebben. De gemeenschap zou tijdens de Joodse Oorlog (66-72 na Chr.) de rollen in de grotten hebben verstopt. Maar iemand als de Amerikaanse historicus Norman Golb wijst erop dat de aard van de collectie rollen zowel qua inhoud als qua hoeveelheid verschillende handschriften te divers is om van één groep te zijn. Hij stelt dat de rollen uit Jeruzalem zijn gebracht tijdens de Joodse Oorlog om die tegen vernietiging te beschermen. Op zijn minst een deel van de rollen zou uit de tempelbibliotheek kunnen komen.
Er is ook een Koperen Rol gevonden. Deze somt 64 plaatsen op waar grote hoeveelheden goud, zilver, munten, vaatwerk, priestergewaden en zelfs rollen werden verborgen. Zo staat te lezen in 1:5-6 „In het grafmonument van Ben Rabba, in de derde laag 100 goudstaven.” En in 5:12-14 „In het graf van de beek van Ha-Kippa, komend van Jericho naar Sekaka, graaf zeven ellen: 32 talenten.” Nadat velen eerst dachten aan fantasie, nemen steeds meer wetenschappers aan dat het hier gaat om tempelschatten die verborgen werden. Overigens leverden allerlei zoektochten geen enkel concreet resultaat op; als echte schatten bedoeld zijn, moeten ze in vroeger eeuwen al weggehaald zijn.
Ook de Koperen Rol lijkt een bevestiging te zijn van Golbs theorie dat de rollen niet slechts afkomstig zijn van de Essenen van Qumran. Volgens de Essenen-hypothese vormen de rollen een typisch sektarische bibliotheek, maar volgens Golbs opvattingen hebben we hier een uit Jeruzalem afkomstige dwarsdoorsnede van de Joodse literatuur.
Details verschillen
Het oudste complete handschrift van het gehele Oude Testament in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal werd geschreven in 1006 na Chr. en draagt de Latijnse naam Codex Leningradensis. Er zijn wel kleinere gedeelten die ouder zijn, maar pas de vondsten van Qumran hebben gezorgd voor een tekstoverlevering uit ongeveer de eerste eeuw voor Christus. Daarnaast bestaat er een oude tekst van de eerste vijf bijbelboeken in de overlevering van de Samaritanen en de Griekse vertaling uit ongeveer de tweede eeuw voor Chr., de Septuaginta.
Wanneer we dit alles overzien, valt op dat de hoofdzaken zeer betrouwbaar zijn overgeleverd, maar dat er op details verschillen zijn. In 1 Samuël 1:24 staat dat Hanna de jonge Samuël naar Silo brengt „met drie varren.” Deze vertaling is gebaseerd op de latere Hebreeuwse (Masoretische) teksten. Maar in de Septuaginta staat „een driejarig kalf.” De vraag is of dit een vrije vertaling was, of dat de makers van de Septuaginta een ander Hebreeuws origineel hadden. In Qumran is nu een Hebreeuws fragment ontdekt dat overeenkomt met de Septuaginta. Het is dus mogelijk dat er oorspronkelijk een driejarig dier bedoeld is, maar dat door een overschrijffout er drie dieren van gemaakt zijn.
Een ander gedeelte waarin de Septuaginta en de Dode-Zeerollen overeenstemmen is de weergave van Deuteronomium 32:8. In onze vertalingen, gebaseerd op de Masoretische handschriften, staat: „Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde… heeft Hij de landpalen der volken gesteld naar het getal der kinderen Israëls.” In de Septuaginta en in een tekstfragment van Qumran lezen we echter „naar het getal van de godenzonen.” En in vers 43 staat een soortgelijke wijziging: „Jubelt, gij hemelingen [in plaats van: heidenen] met Hem en buigt voor Hem, alle goden.”
Demonische machten
Wanneer de Masoretische traditie juist is, wordt waarschijnlijk teruggegrepen op Deuteronomium 10:22, waar sprake is van zeventig personen (zielen) van Jakob. Dit komt overeen met de zeventig volken die in Genesis 10 genoemd worden. De andere lezing legt een verband tussen hemelse machten en de volken op aarde. Sommige recente vertalingen, zoals de Willibrordvertaling, nemen deze lezing over. Elders, in het boek ”Geestelijke strijd”, heb ik aangegeven wat dit voor gevolgen heeft voor ons zicht op de demonische machten die volken regeren. Overigens is het moeilijk om uit te maken welke overlevering het beste is, maar we kunnen er niet omheen dat er kleine verschillen zitten in de handschriften.
Tot in de jaren tachtig gingen de meeste onderzoekers uit van een driedeling van de teksten: bijbelse teksten, algemene vroegjoodse teksten (zoals Tobit, 1 Henoch en Jubileeën), en sektarische teksten. Vanuit deze indeling werd de volgende schatting gemaakt: 1) Bijbelboeken, ongeveer 200 handschriften: alle bijbelboeken, met uitzondering van Esther; 2) algemene vroegjoodse teksten, in enkele gevallen eerder bekend: ongeveer 400 handschriften, en 3) sektarische composities, ongeveer 200 handschriften.
De vroegjoodse teksten geven soms verrassende overeenkomsten met het Nieuwe Testament aan, waarbij trouwens ook verschillen naar voren komen (zie de teksten in een kader). Naarmate in de jaren tachtig en negentig meer teksten bekend werden, werd duidelijk dat de genoemde driedeling niet helemaal juist is. Sommige teksten zijn typisch sektarisch, maar andere veel minder. De Groningen-hypothese (van García Martínez en anderen) antwoordde hierop dat er ook geen teksten bewaard zijn die tegenstrijdige opvattingen huldigen. De beweging van Qumran zou de teksten van de groepen waar ze uit voortkwam (een bredere Esseense beweging) hebben overgenomen, maar niet die van de tegenstanders.
Canon
Er zijn dus behalve de bijbelse boeken, zowel voorsektarische als sektarische teksten. De discussie hierover zal nog wel een tijd voortgaan. Nauw verbonden hiermee is de vraag of de boeken van het Oude Testament al een afgesloten eenheid (canon) vormden. De gevonden rollen geven geen enkele aanwijzing in die richting, maar omdat de rollen zo’n uiteenlopend karakter hebben en de oorsprong nog steeds in het duister ligt, is het ook niet mogelijk om het bestaan van zo’n canon te ontkrachten. Het lijkt mij dat er elders voldoende aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de omvang van het aantal boeken van het Oude Testament in het officiële Jodendom al vastgesteld was.
De boeken ”Fragmenten in de woestijn” en ”De wereld van de Dode-Zeerollen” laten dit in het midden: ze beschrijven slechts op populair-wetenschappelijke wijze de feitelijke stand van zaken rond de Dode-Zeerollen en laten het aan de lezers over hoe ze vanuit hun eigen geloof hiermee omgaan. In de loop der jaren zijn veel hypothesen ontstaan en beide boeken helpen hier zicht op te krijgen. Een algehele overeenstemming over de gemeenschap van Qumran en de betekenis van de rollen voor de uitleg van de Bijbel is echter nog lang niet bereikt.