Secretaris mr. J. Broekhuizen van de commissie wijst op twee aspecten. Per gemeente is er sprake van grote ongelijkheid. De toepassing van landelijke brandveiligheidseisen geschiedt plaatselijk. Hier en daar, zegt Broekhuizen, „slaat men door”.

Het tweede aspect is het feit dat kerken zijn ondergebracht in de categorie bijeenkomstgebouwen, waarin ook congresgebouwen en bioscopen zijn gerangschikt. „De situatie in een kerk met stenen muren op zondagmorgen om half elf is heel anders dan in een verduisterde bioscoopzaal met allemaal pluche”, aldus Broekhuizen.

De eis voor een noodverlichting, noodzakelijk voor een bioscoop of een dancing, doet voor een kerkgebouw absurd aan. Zo heeft Broekhuizen ook zijn vragen over de eis tot plaatsen van vliegtuigverlichting langs de treden van het altaar.

In een kerk in het oosten van het land moest een sprinklerinstallatie in het dak worden aangebracht. Kosten ruim 300.000 euro. „Onredelijk”, vindt het CIO-K. Datzelfde geldt ook voor het verbod in Zoetermeer waar kinderen niet met een brandend kaarsje uit de kerkdienst naar de nevendienst mochten lopen.

De richtlijnen voor brandveiligheid in kerkgebouwen moeten volgens de commissie redelijk en uitvoerbar zijn, waarbij er rekening wordt gehouden met aard en gebruik van het kerkgebouw. Bovendien moet er meer eenduidigheid komen in de toepassing van de richtlijnen zodat er geen grote verschillen tussen gemeenten kunnen ontstaan. Het is verder de vraag of voor bestaande gebouwen dezelfde eisen moeten worden gesteld als voor nieuw te bouwen kerkgebouwen.