Kerk & religie

Wereldwijd

Deut. 32:9

Abraham van de Velde
29 July 2014 08:05Gewijzigd op 15 November 2020 12:07

„Want des Heeren deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve.”

De Heere richtte de harten tot gehoorzaamheid. Hij deed de godzaligheid in de Verenigde Nederlanden bloeien.

Wat het aardse betreft werden de grondvesten van die regering tot het einde der wereld toe verzekerd. Hij vergezelde hen met Zijn gunst, in de landen waar de zon opgaat en in de landen waar hij ondergaat. Zodat zij de heidenen en ongelovigen onderwierpen. Door met de wapens te overwinnen, werden zij tot overwinnaars van de dwaling gemaakt. Ook onderwierpen zij de heidenen aan Christus, door zoete overredingen en voorbeelden van vroomheid, nadat zij hen aan de Verenigde Nederlanden door hun beleid en door hun kracht onderworpen hadden.

Bid op deze wijze, mijn broeders! Bid om de vrede van dit Nieuwe Jeruzalem. Zo wordt door anderen over ons gesproken dat wij niet alleen onze broeders zijn in de genade, maar ook onze bondgenoten, in hetgeen de staat betreft.

Dat heeft de wonderen Gods en Zijn weldaden aan ons bewezen, gemaakt in de omliggende landen, en bij de volken, die nabij en verre zijn. De Heere zei tot het volk Israël: „Dus heb Ik u een land gegeven, waaraan gij niet gearbeid hebt, en steden die gij niet gebouwd hebt, en gij woont daarin, gij eet van de wijngaarden en olijfbomen, die gij niet geplant hebt? (Jozua 24:13). Niet minder heeft de Heere aan ons Nederland gedaan.

Abraham van de Velde, 
predikant te Middelburg

(”Wonderen des Allerhoogsten”, 1677)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer