Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van Het Oplage Instituut (HOI). Alle belangrijke marktpartijen binnen de reclame-industrie hebben HOI in 1998 opgericht. Het verwerkt ruim 700 titels, samen goed voor ruim 90 procent van alle reclamebestedingen via de gedrukte media.

De Telegraaf wijst er wel op dat de cijfers geflatteerd zijn. In de zomermaanden treedt vooral bij dit dagblad een sterke stijging op door een grote losse verkoop. Volgens een woordvoerder van de krant zit ook De Telegraaf op verlies, en wel van 2,9 procent, indien de cijfers van het derde kwartaal 2003 worden vergeleken met die van de zomermaanden van 2002.

Vooral dankzij De Telegraaf steeg de totale oplage van de grote landelijke kranten in het derde kwartaal ten opzichte van de drie voorafgaande maanden. Het Algemeen Dagblad zag de oplage met 0,9 procent groeien en passeerde ruimschoots de grens van 300.000 exemplaren per dag. Drie andere grote, landelijk verspreide kranten moesten terrein prijsgeven. Aan kop ging Trouw met een verlies van 7,2 procent. Volkskrant en NRC Handelsblad leverden 2,9 procent in.

De ontwikkeling bij vier kleinere dagbladen die een landelijke verspreiding kennen, was divers. De Nederlandse Staatscourant deed het met een stijging van bijna de helft (2002: 8733) op 12.355 relatief goed. Het Financieele Dagblad kon het verlies van het tweede kwartaal bijna goedmaken. De oplagen van het Reformatorisch Dagblad (58.810) en het Nederlands Dagblad (33.057) weken slechts licht af van die van het tweede kwartaal. Het RD kende een stijging van 29, terwijl het ND 730 kranten minder verspreidde.

Bij de meeste regionale kranten bleef het kommer en kwel. De oplagen gingen verder omlaag. Ook de gratis bladen Sp!ts en Metro verloren fors terrein. De Amsterdamse krant Het Parool hield het verlies beperkt tot 0,4 procent.