Strategisch denken in Jordanië verandert
AMMAN. Op 11 juli werd in de Jordaanse hoofdstad Amman een zekere Maher al-Rahal vermoord. Later bleek dat hij een leidinggevende officier was binnen het Vrije Syrische Leger, dat vecht tegen het regime in Damascus. Alhoewel de Jordaanse politie de moord aan „criminele motieven” weet, sprak het Vrije Syrische leger zelf over een politieke liquidatie.
Enkele dagen later organiseerden Iraakse soennitische stammen een bijeenkomst in Amman waar ze de Jordaanse regering opriepen iedere samenwerking met de door sjiieten gedomineerde regering in Irak op te schorten. Uit protest hierover riep Bagdad zijn ambassadeur terug uit Jordanië.
Beide incidenten illustreren de delicate positie waarin Jordanië is terechtgekomen. Traditioneel was Jordanië een trouwe bondgenoot van de VS. De Amerikaanse politiek was erop gericht de gematigde elementen binnen de Syrische oppositie te trainen en te bewapenen. Hoewel de Jordaanse regering dit altijd ontkende, was het geen geheim dat dit ook op Jordaans grondgebied gebeurde.
De snelle opmars van de ISIS-beweging in Syrië en Irak die tot op heden onstuitbaar lijkt, veranderde de situatie. De Jordaanse minister van Informatie, Momani, verklaarde onlangs „dat Jordanië niet geïnteresseerd is in het trainen van de Syrische oppositie op zijn territorium.” Jordaanse veiligheidsdeskundigen lieten weten dat ISIS op korte termijn geen gevaar vormt voor Jordanië. Dit zou echter kunnen veranderen als zou blijken dat ISIS in staat is haar macht te consolideren en haar militaire capaciteiten verder uit te breiden. En dit is precies wat er lijkt te gebeuren.
Wat Jordanië echter nog meer alarmeerde was het totale gebrek aan Amerikaanse actie om dit gevaar te bestrijden. Het Jordaanse al-Quds Center for Political Studies bracht recent rapporten uit waarin de Jordaanse regering wordt geadviseerd haar regionale strategie totaal te herzien.
Oraib al-Rantawi, directeur van dit instituut, stelt dat Jordanië snel een onafhankelijke strategie dient te ontwikkelen om zich te beschermen tegen de dreiging die van ISIS uitgaat. Hij schrijft dat Jordanië „thans aan drie zijden wordt omringd door een jihadistische halve maan. We hebben niet lager de luxe om rustig te observeren en af te wachten nu het gevaar onze slaapkamers nadert.”
Rantawi, van wie bekend is dat hij goede contacten onderhoudt met het Jordaanse koningshuis, suggereert dat Jordanië zich wellicht gedwongen zal zien om te breken met zijn traditionele bondgenoten, waaronder de VS, om zijn eigen belangen veilig te stellen. Hij schrijft dat „Jordanië het zich niet langer kan permitteren om rekening te houden met de calculaties en prioriteiten van andere staten.”
„De VS zien ISIS nog steeds als een creatie van het Syrische regime. Dit is een onzinnige benadering in het licht van de nieuwe realiteit in het Midden-Oosten.” De Jordaanse regering wordt aangeraden om de samenwerking met de regeringen in Damascus en Bagdad op te voeren, „om de opmars van extremisme en terrorisme in het Midden-Oosten een halt toe te roepen. We kunnen niet langer wachten op de zogenaamde gematigde Syrische oppositie.”