Binnenland

Lijkschouwer buigt zich over verdachte sterfgevallen

Hij voerde in krap dertig jaar tijd zo’n 4000 lijkschouwingen uit. Dr. Kees Das, hoofd van de afdeling forensische geneeskunde bij de GGD Amsterdam, vindt dat de lijkschouwing in Nederland op een hoger plan moet komen. Over identificatie bij rampen, verdachte sterfgevallen en de vergankelijkheid van het leven.

J. Visscher

25 July 2014 05:19Gewijzigd op 15 November 2020 12:04
Dr. Kees Das, een van de meest ervaren lijkschouwers van Nederland. beeld RD, Anton Dommerholt
Dr. Kees Das, een van de meest ervaren lijkschouwers van Nederland. beeld RD, Anton Dommerholt

In het geval van de vliegramp met de Boeing 777 in Oekraïne vorige week is de doodsoorzaak natuurlijk vrij duidelijk. Leden van identificatieteams zullen zo nodig gebruikmaken van DNA en gebitsgegevens. Soms kan een ramp de daadwerkelijke oorzaak van iemands overlijden verhullen. Kort na de tsunami tijdens Kerst in 2004, waarbij honderdduizenden doden vielen, zijn er mensen vermoord. Moordenaars zagen hun kans schoon en gooiden het slachtoffer op een hoop van tsunamislachtoffers. Bij de cafébrand in Volendam in 2001 kwamen jongeren om door verbranding, maar anderen stierven door verstikking.

Ik doe sinds 1986 lijkschouwingen. Vanaf 1991 was ik tien jaar lang fulltime forensisch arts. In die tijd deed ik in Amsterdam 200 lijkschouwingen per jaar. Nu doe ik er nog af en toe een. Sinds 2009 ben ik betrokken bij de opleiding van forensisch artsen.

De interessantste zaken vind ik lijkschouwingen waarbij niets bijzonders aan een lichaam is te zien, terwijl er toch iets niet deugt. Een jaar of twee geleden lag er een overleden vrouw van vijftig in haar woning. Ze lag op haar rug in de woonkamer. Aan haar lichaam was nauwelijks iets te zien. Iets bij uit haar buurt lag een omgevallen tafeltje en een omgevallen vaas. Het verhaal was: ze heeft een acute hartstilstand gehad en is tegen dat tafeltje gevallen. Toch vertrouwde ik het niet. Het is moeilijk te verwoorden waarom. Door ervaring ga je merken of een lichaam er normaal of niet normaal bij ligt. Ik ontdekte een minimaal schaafwondje in de hals van de vrouw. Er is sectie gedaan op haar lichaam. Haar strottenhoofd bleek te zijn gebroken. Ze was gewurgd. Het tafeltje en de vaas zijn waarschijnlijk gevallen tijdens een worsteling. Justitie heeft twee verdachten op de korrel, haar partner en een vriend.

Bloed

De belangrijkste vooruitgang op het gebied van lijkschouwing vind ik de invoering van bloed- en urinetests. In Amsterdam doen we sinds een jaar of twee bij lijkschouwingen bloedtests. In bloed zitten duizenden chemische stoffen, maar wij testen uit kostenoverwegingen op zo’n 400 stoffen, zoals diverse drugs en medicijnen. Urine testen we sinds zo’n zes jaar. We zoeken op zo’n tien stoffen.

Dat dergelijke tests belangrijk zijn, bleek bijvoorbeeld een paar jaar terug. Toen werd een vrouw van 65 levenloos in haar woning aangetroffen, zittend op de bank. Haar zoon, die bij haar in huis woonde, had de ambulance gebeld. Aan de vrouw was niets bijzonders te zien. Een urinetest wees tot onze verrassing uit dat er methadon in haar bloed zat. Dat verwacht je niet bij een 65-jarige. Haar zoon bleek stevig drugsverslaafd te zijn. Hij bleek zijn moeder pillen methadon te hebben verstrekt. De man is veroordeeld.

In een andere zaak waren twee overleden mensen aangetroffen, een jongeman van zo’n 25 en iemand van middelbare leeftijd. Aanvankelijk koesterde de recherche geen verdenkingen. De officier van justitie had het lichaam vrijgegeven. Totdat de levensverzekeraar aan de bel trok. Op naam van de slachtoffers was een verzekering afgesloten. Het bloedonderzoek bleek een eye-opener. De twee waren geen natuurlijke dood gestorven, maar vergiftigd. In hun bloed werd een soort narcosemiddel aangetroffen.

Nauwkeuriger

Ik vind het belangrijk dat bij lijkschouwingen in principe de lichaamstemperatuur moet worden gemeten. Via lijkvlekken en lijkstijfheid kun je bepalen of iemand één, twee of drie dagen geleden is overleden. Temperatuur van een lichaam geeft een nauwkeuriger beeld. De temperatuur kan in veel gevallen op de paar uur nauwkeurig het tijdstip van overlijden aangeven. Nu nog wordt de lichaamstemperatuur bij veel lijkschouwingen niet gemeten. „We hebben geen thermometer”, is dan het verweer. Terwijl zo’n ding een tientje kost. Als een lijkschouwer de temperatuur niet meet, doet hij zijn werk niet goed.

Het ergste voor een lijkschouwer is als hij een verklaring van een natuurlijke dood afgeeft, terwijl er in werkelijkheid sprake is van een misdrijf. Mijn motto is: Als je het als lijkschouwer niet weet, moet je zeggen dat je het niet weet.

Tegen studenten zeg ik altijd: Je moet als lijkschouwer meer denken dan kijken. Zorg dat je de goede informatie verzamelt, zeker als je twijfelt aan een natuurlijk overlijden. Wat is iemands medische en sociale voorgeschiedenis? Heeft iemand net ruzie gehad? Lag hij of zij in scheiding? Is het wel logisch als een man van een overleden vrouw vertelt dat zij om tien uur ’s avonds uit haar werk kwam?

Soms moet je ervoor kiezen om bij een lijkschouw geen urine- en bloedtest te doen, om nabestaanden niet onnodig te belasten. Als het verhaal van betrokkenen plausibel is. Stel dat een vrouw van dik in de tachtig levenloos in bed wordt aangetroffen. ’s Ochtends is ze nog in de winkel gezien. Bekend was dat ze ’s middags om twee uur haar middagdutje deed. ’s Middags om vijf uur wordt een kennis ongerust omdat de vrouw de telefoon niet opneemt. De politie komt erbij en licht de lijkschouwer in. Die ontdekt dat thuis alles keurig op orde is en dat etensborden nog in het afdruiprek staan. Dan wijst alles erop dat iemand in zijn slaap is overleden en dat er geen sprake is van een misdrijf.

Hoger niveau

Ik vind dat de lijkschouw in Nederland op een hoger niveau kan worden gebracht. De bloed- en urinetests zouden landelijk moeten worden ingevoerd. Verder vind ik dat forensisch artsen meer ervaring moeten opbouwen. Sommige lijkschouwers doen amper één schouw per week. Dat is te weinig. Zo leer je het vak niet beheersen. In de basisopleiding voor artsen moet veel meer aandacht komen voor forensische geneeskunde. Vorige week ontkende minister Opstelten van Veiligheid en Justitie in antwoord op Kamervragen dat er op dit punt sprake is van een probleem. Dat antwoord heeft mij teleurgesteld.

Ik ben ervan overtuigd dat jaarlijks in tientallen sterfgevallen ten onrechte een verklaring van natuurlijk overlijden wordt afgegeven. Wij hebben hier in Amsterdam zo’n 400 bloedmonsters bij lijkschouwingen van de afgelopen jaren geanalyseerd. In ongeveer vijftien gevallen bleken die monsters stoffen te bevatten die je niet zou verwachten.

Mensen maken met medicijnen een eind aan hun leven, terwijl dat niet wordt onderkend. Psychiater Boudewijn Chabot schat dat jaarlijks 2000 mensen overlijden doordat ze zichzelf vergiftigen. Hij spreekt van auto-euthanasie, het gaat om een vorm van suïcide.

Huismoeder

Of ik als lijkschouwer doordrongen ben van de vergankelijkheid van het leven? Ik weet dat iedereen zo kan overlijden. Veel passagiers in de Boeing 777 wilden vorige week gezellig op vakantie. En dan er gebeurt zo’n ramp in Oekraïne. Denk ook aan verkeersongevallen. Het is erg als een kind wordt overreden door een vrachtwagen. Maar ik vind het zeker zo tragisch als een brave huismoeder van 30, 40 jaar ’s ochtends van huis gaat, denkt ’s avonds weer thuis te komen, maar dan omkomt in het verkeer.

Ik ben meer dan eens in aanraking gekomen met mensen die al maanden overleden waren. Dat is geen fris gezicht. Er kan sprake zijn van suïcide. Het is triest als je een afscheidsbrief vindt waaruit iemands eenzaamheid blijkt. Als mensen sterven doordat ze bijvoorbeeld bekneld hebben gezeten in een industrieel apparaat, krijg je met gruwelijke beelden te maken. Je moet als lijkschouwer je ervaringen niet mee naar huis nemen. Als je de knop niet kunt omzetten, ben je voor dit vak niet geschikt.”


Jaarlijks 10.000 lijkschouwingen

In Nederland overlijden jaarlijks zo’n 140.000 mensen. In het gros van die gevallen, zo’n 130.000 keer, is er sprake van een natuurlijke doodsoorzaak. Dan gaat het om overlijden als gevolg van een hartstilstand, ziekte (bijvoorbeeld kanker) dan wel ouderdom. Een huis- of verpleegarts stelt in die gevallen de dood vast.

Bij ongeveer 10.000 sterfgevallen (waarvan 1000 in Amsterdam) is er sprake van –vermoedens van– een niet-natuurlijke dood. In die gevallen wordt de gemeentelijk lijkschouwer ingeschakeld. In ongeveer 5000 van die 10.000 zaken blijkt alsnog dat er sprake is van een natuurlijke dood. Een vereenzaamd persoon heeft bijvoorbeeld langere tijd in zijn huis gelegen. In de resterende 5000 gevallen is er daadwerkelijk sprake van een niet-natuurlijke dood. Het gaat dan om mensen die suïcide en euthanasie (laten) plegen, slachtoffers van (verkeers)ongevallen en slachtoffers van moord en doodslag.

Nederland telt zo’n 350 gemeentelijke lijkschouwers. In zo’n 90 procent van de gevallen zijn ze verbonden aan een GGD. Gemeentelijke lijkschouwers moeten een opleiding tot forensische arts hebben gevolgd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer