Bouw wil hardere aanpak zwartwerk
De bouwbedrijven, verenigd in BouwNed, dringen aan op hardere maatregelen tegen zwartwerken bij verbouwingen voor vooral particulieren. Volgens BouwNed nemen zwartwerkers inmiddels meer dan 15 procent van de totale markt voor hun rekening.
Dat komt neer op zeker 2,7 miljard euro per jaar. „Dat bedrag is ongetwijfeld nog hoger omdat verbouwingen waarvoor een vergunning niet verplicht is, hierbij niet zijn meegenomen”, aldus een woordvoerder van de koepel van 4000 bouwbedrijven dinsdag. De lidbedrijven zelf hebben volgens BouwNed niet of nauwelijks zwartwerkers in dienst.
„Het gaat ver. Onze lidbedrijven worden opgebeld door tussenpersonen die werknemers uit bijvoorbeeld Polen aanbieden. Voor 17,50 euro of minder per uur”, weet D. Smulders van BouwNed. „Er zijn ook Polen in de aanbieding voor 8 euro of Wit-Russen voor 6 euro. We waarschuwen ze: Stink er niet in. We raden leden aan een klacht in te dienen zodra ze het constateren bij de concurrent.”
Smulders spreekt van broodroof. „Oneerlijke concurrentie, want tegen zo’n uurloon kan een regulier bouwbedrijf niet op.” Koppelbaaspraktijken lijken weer de kop op te steken, vreest hij.
Er is een controleapparaat van de Arbeidsinspectie met de Belastingdienst, gemeenten en de uitkerende instanties in de UWV, maar dat richt zich volgens BouwNed vooral op reguliere bouwplaatsen. Het mag niet binnen bij een particulier zonder een concreet vermoeden van een strafbaar feit. „Een busje met een Pools kenteken voor de deur en een steiger voor het huis zijn onvoldoende”, aldus Smulders.
Zwartwerk komt vooral voor bij particuliere verbouwingen, zoals schilderwerk of het opknappen van badkamer of zolder. Dat is werk waarvoor de particulier geen vergunning hoeft aan te vragen en dat daardoor niet geregistreerd wordt.
BouwNed vertegenwoordigt de kleinere bouwbedrijven, samen goed voor driekwart van de georganiseerde bouw. Ongeveer 160.000 werknemers draaien daarin een omzet van ongeveer 20 miljard euro per jaar.