Hof spreekt naaktrecreanten Delft vrij
DEN HAAG. Het gerechtshof in Den Haag heeft recent acht mensen vrijgesproken van verboden naaktrecreatie in natuur- en recreatiegebied de Delftse Hout.
Eerder nog legde de kantonrechter de acht naaktrecreanten een boete op.
De gemeente Delft sloot in 2013 een naaktstrand in de Delftse Hout, omdat op die locatie „de afgelopen jaren een duidelijke toename van strafbare feiten, aangiften en overlast geconstateerd is op het gebied van schennispleging, en dan met name de zogenaamde herenontmoetingen.”
Het gerechtshof vindt dat de wet zo moet worden begrepen dat naaktrecreatie niet is toegestaan op openbare plaatsen die daarvoor „evident niet geschikt zijn.” In de Delftse zaak is daarvoor onvoldoende bewijs, vindt het hof. „Evident niet geschikt betekent in dit verband dat objectief oordelende en redelijk denkende mensen over die niet-geschiktheid in een concreet geval redelijkerwijze niet van mening kunnen verschillen.”
Het hof vult de norm niet verder in. „Het is niet aan de rechter duidelijke wetten te maken of wetten duidelijk te maken. Dat is uitdrukkelijk een taak van de wetgever.”
NFN Open en Bloot, een belangenorganisatie voor naaktrecreatie en naturisme, noemde gisteren het oordeel van het Haagse gerechtshof „goed nieuws” voor naaktrecreanten. „De uitspraak betekent dat stranden en strandjes in ons land van nature niet ongeschikt zijn voor ongeklede recreatie. Daardoor mag op al die plekken in principe naakt worden gerecreëerd. Het hof stelt dat de plek geschikt moet zijn voor strandrecreatie. Dus geen drukke winkelstraat, maar een strand of, zoals uit andere jurisprudentie blijkt, een beschutte stek aan een meer of in het bos.”
Advocaat mr. P. J. den Boef, afkomstig uit reformatorische kring, vindt niet dat de uitspraak aantoont dat het hof de deur openzet voor meer naaktrecreatie, zei hij vanmorgen desgevraagd. „Het belangrijkst aan de uitspraak vind ik dat het hof de norm voor een verbod van naaktrecreatie niet invult, maar dat uitdrukkelijk een taak voor de wetgever vindt. De invulling van de norm door de kantonrechter acht het hof niet objectief genoeg.”
De advocaat wijst erop dat de uitspraak betrekking heeft op de concrete situatie in Delft. „Daar gaat het over een plek die eerder dienstdeed als naaktstrand. Het oordeel van het hof betekent niet dat nu ineens naaktrecreatie in bijvoorbeeld de binnenstad is toegestaan.” Wel toont de uitspraak aan dat het hof „een klein beetje met de samenleving meebuigt”, vindt Den Boef. „Op het gebied van naaktrecreatie kan er in ons land al heel veel. Dertig jaar geleden waren er strengere normen.”