De oorlog in Gaza is inmiddels bijna twee weken aan de gang. Tot voor kort was het aantal slachtoffers aan Israëlische kant zeer beperkt. De luchtafweerraketten van het Iron Domesysteem onderschepten de meeste Palestijnse raketten die op bevolkingscentra terecht dreigden te komen. En de Israëlische luchtmacht kon Hamas redelijk ongehinderd vanuit de lucht bestoken.
Nu Israël bezig is aan een grondoffensief, zijn de rollen omgedraaid. Nu is er geen Iron Dome die beschermt tegen antitankraketten, booby traps, mijnen of simpele kogels uit een kalasjnikov. Nu komt het aan op durf, gevechtservaring en doorzettingsvermogen van Israëls militairen.
Die eigenschappen zijn in ruime mate aanwezig. Niet voor niets wordt het Israëlische leger tot een van de beste ter wereld gerekend. De militaire successen in de afgelopen decennia hebben dat ook ruimschoots bewezen.
De Israëlische strijdkrachten worden echter door een aantal factoren gehinderd. Te beginnen met de internationale publieke opinie. Die is doorgaans per definitie tegen elk militair optreden van de Joodse staat. Woorden als disproportioneel en excessief liggen bijna automatisch op de wereldwijde tong als Israël zijn burgers gewapenderhand probeert te beschermen.
In dit geval zijn de reacties nog redelijk gematigd te noemen. Weliswaar spreken landen hun bezorgdheid over het geweld in de Gazastrook uit en klinkt de roep om een staakt-het-vuren steeds. Ook hebben er op diverse plaatsen demonstraties tegen de oorlog plaats. Maar de vijandige taal die tijdens de Gazaoorlog van 2008/2009 klonk, is momenteel een stuk minder aanwezig.
Daar heeft Israël deels zelf de hand in gehad. Jeruzalem heeft Hamas herhaaldelijk een staakt-het-vuren aangeboden. En een aantal keren nam de Joodse staat een humanitair bestand in acht om inwoners van Gaza de mogelijkheid te bieden voedsel en medicijnen in te slaan en gewonden naar het ziekenhuis af te voeren.
Verder speelt de publieke opinie in Israël zelf een belangrijke rol. Bij een grondoorlog vallen onvermijdelijk veel meer slachtoffers aan Israëlische zijde dan bij luchtaanvallen.
En dan is er nog de mening van het Witte Huis. Obama heeft weliswaar benadrukt dat Israël het recht heeft zich te verdedigen. Maar hij sprak gisteren ook al zijn grote bezorgdheid uit over het groeiende aantal Palestijnse slachtoffers. Zolang Israël aan de grenzen met de Gazastrook opereert om tunnels te vernietigen, zal Washington zich wel op de vlakte houden. Maar een operatie diep in Palestijns gebied zal vermoedelijk niet op Amerikaanse steun kunnen rekenen.
Toch is het van belang dat Israël het offensief in Gaza voortzet. Anders is het wachten op een volgende gevechtsronde, zoals dat in het verleden steeds gebeurde. Hamas is momenteel politiek verzwakt. Dit is hét moment om een situatie te creëren waarin Israëlische burgers voor langere tijd niet onder Palestijns raketvuur hoeven te liggen.