„30 jaar geleden kwam het voor dat jongeren alleen in de vakantie gingen werken, en dat ze daarvan bijvoorbeeld een stereo kochten”, stelt hij. „Nu hebben veel jongeren vanaf een jaar of 15 het hele jaar door een bijbaantje. Zeker nu de gezinsinkomens onder druk staan hebben ze dat extra geld nodig om al hun kosten te dekken. Ouders willen niet alles meer betalen.”

Wilthagen verwacht dat deze trend komende jaren verder doorzet, als het nieuwe leenstelsel in het onderwijs wordt ingevoerd. Hij wijst erop dat steeds meer jongeren kampen met een grote studieschuld.

Uitzendbureaus profiteren daarvan en zien de vraag naar vakantiewerk de laatste tijd ook toenemen. Monsterboard signaleerde in mei en juni al een behoorlijke groei in het aanbod aan baantjes vergeleken met vorig jaar (respectievelijk 53 procent en 61 procent).

Het sterk op jongeren gerichte StudentenWerk kreeg tot nu toe zo’n 15 procent meer aanvragen binnen van werkgevers dan vorige zomer. In juni lag het het aantal gewerkte uren daardoor 13 procent hoger dan een jaar eerder. „Toen de NS pas stopte met het papieren treinkaartje en helemaal overging op de ov-chipkaart, waren er bijvoorbeeld jongeren nodig die op de stations reizigers konden informeren”, zegt een woordvoerster van StudentenWerk.

Precieze cijfers over het aantal jongeren dat vakantiewerk doet, zijn niet te achterhalen. Volgens een recente enquête van FNV Jong verdient ongeveer driekwart van de jeugd bij in de zomer. De meeste jongeren doen dat in een winkel, zo blijkt uit het onderzoek. Dat werd uitgevoerd naar aanleiding van een campagne met Mirjam Sterk, de door het kabinet aangestelde ambassadeur jeugdwerkloosheid. Ook de horeca en zorg bieden veel tijdelijk werk.