Commentaar: Gastvrijheid is basisprincipe van het christendom
Wie het nieuws een beetje volgt, weet dat Syrië momenteel geen ideaal vakantieland is. Het land wordt verscheurd door een gruwelijke burgeroorlog. Volgens de hoge commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) zochten al meer dan 2,7 miljoen Syriërs een veilig heenkomen buiten hun thuisland, vooral in Libanon en Jordanië. Ze moeten er zien te overleven in tentenkampen en zijn vaak verstoken van de meest elementaire voorzieningen.
De Verenigde Naties willen graag dat de landen van de Europese Unie meer Syrische vluchtelingen opvangen: 30.000 voor dit jaar en 100.000 voor de periode 2015-2016. Het is een druppel op een gloeiende plaat, maar de Syriërs zijn in Europa toch een stuk minder welkom dan in de eigen regio. Met name het Verenigd Koninkrijk houdt de boot af. Kristalina Georgieva, Europees commissaris van Internationale Samenwerking, spreekt van „een buitenproportionele argwaan” tegenover vluchtelingen in Europa.
Een beschamende vertoning. Hoe groot kan het contrast zijn tussen het welvarende Westen waarin wij leven en de armoede van ontheemden in het Midden-Oosten? Natuurlijk, Europa ontworstelt zich net aan een financiële crisis. Maar is die in de verste verte te vergelijken met de crisissituatie waarin de Syrische vluchtelingen zich bevinden?
Gelukkig zijn er ook andere geluiden. Deze week arriveerde een groep van 64 Syriërs vanuit Libanon op Schiphol. Ze kregen een gastvrij onthaal in onder meer het Brabantse Oosterhout, het Zeeuwse Rilland en het Gelderse Barneveld, mede dankzij de inzet van veel vrijwilligers. En dat is een goede zaak. Zeker christelijke gemeenschappen hebben in dit opzicht een naam hoog te houden. Gastvrijheid is een basisprincipe van het christendom. Niet voor niets begint Paulus in Hebreeën 13 (na een oproep tot broederlijke liefde) meteen over herbergzaamheid. „Want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd.”
Ook uit het Oude Testament blijkt zonneklaar dat vreemdelingen (en zeker vluchtelingen) bijzondere zorg verdienen. Zonder aanzien des persoons. In Deuteronomium 10 zegt Mozes tegen het volk Israël dat God de vreemdeling liefheeft en hem brood en kleding geeft. „Daarom zult gijlieden de vreemdeling liefhebben, want gij zijt vreemdelingen geweest in Egypteland.”
Gemeenten op de Biblebelt komen nogal eens negatief in het nieuws. Ze hebben het imago dat er niets mag: niet winkelen op zondag, geen juichpakken tijdens het wereldkampioensschap voetbal, geen coffeeshops. Het is daarom goed dat ze zich op het punt van de gastvrijheid in positieve zin onderscheiden. Niet om hun imago op te vijzelen, maar om –vanuit een diepe bewogenheid met de medemens– gehoor te geven aan de Bijbelse oproep tot herbergzaamheid.
Zeker, gastvrij zijn houdt in dat er iets van ons wordt gevraagd. We zullen moeten inschikken, moeten delen, moeten accepteren, moeten slikken misschien. Maar een christen doet dat, als het goed is, met liefde. Omdat hijzelf ook maar een vreemdeling is op deze aarde. En omdat hij niet meer is dan de heer naar Wie hij is genoemd (Joh. 13:16).