Thera Tanis-Baars woog Engelse belijdenissen woord voor woord
SLIEDRECHT. Zeventiende-eeuws Engels overzetten naar hedendaags Nederlands is geen eenvoudig werk. Als het gaat om geloofsbelijdenissen weegt bovendien elk woord, zegt vertaalster Thera Tanis-Baars. „Om er zeker van te zijn dat ik recht doe aan de schrijvers, heb ik de honderden verwijsteksten nauwkeurig nagetrokken.”
Zo’n drie jaar geleden deed Tanis-Baars (41) de eerste vingeroefeningen met het vertalen van de Westminster belijdenisgeschriften. Aanleiding vormde toen de voorbereiding voor de publicatie ”Belijden in zevenvoud”, waarin zeven gereformeerde belijdenisgeschriften thematisch zijn gerangschikt. „Ik begon met het overzetten van de Kleine Catechismus van Westminster, een samenvatting van de Grote Catechismus, naar hedendaags Nederlands. De proeven werden goedgekeurd. Daarna ben ik verder gegaan.”
Recent verscheen, onder de titel ”Gewogen woorden” (uitg. De Banier, Apeldoorn), een aanvulling op ”Belijden in zevenvoud”. Waar in ”Belijden in zevenvoud” de Kleine Catechismus en de Geloofsbelijdenis van Westminster zijn opgenomen, bevat de nieuwe publicatie naast deze twee geschriften ook de Grote Catechismus van Westminster. Verschil is bovendien dat de tekst nu als geheel wordt aangeboden, en niet samen met andere confessies is gerangschikt op thema.
Tanis-Baars werkte bij het vertalen intensief samen met haar vader, de Apeldoornse emeritus hoogleraar dogmatiek A. Baars. „Mijn vader heeft alle teksten nagezien en zo nodig bijgeschaafd, vooral waar het ging om theologische termen.”
Canada
De Sliedrechtse vertaalster woonde in haar jeugd in Canada, waar haar vader tussen 1981 en 1988 predikant was van de Free Reformed Church in Dundas, Ontario. Terug in Nederland volgde ze de pabo, gecombineerd met de lerarenopleiding Engels. Tanis-Baars is daardoor niet alleen bekend met het theologische taaleigen van zowel het Engels als het Nederlands; ze weet bovendien een vertaalslag te maken naar begrijpelijk Nederlands.
Toch duiken er bij het maken van die vertaalslag verschillende moeilijkheden op, zegt ze. „De opzet van ”Gewogen woorden” is dat de vertaling begrepen kan worden door de doorsneekerkganger. Zeventiende-eeuwse zinnen, die soms bestaan uit ellenlange opsommingen, zijn daarom opgeknipt. Bij de vraag: waar splits je, wat hoort bij elkaar, probeer ik niet alleen de woorden, maar ook de oorspronkelijke bedoeling van de auteurs zo goed mogelijk over te zetten.”
Een lastig te vertalen onderdeel van de Grote Catechismus vormden de gedeelten waarbij de Tien Geboden aan de orde kwamen, aldus Tanis-Baars. „Er staan lange opsommingen in. Neem bijvoorbeeld vraag 151: „Waaruit bestaan de verzwarende omstandigheden die bepaalde zonden afschuwelijker maken dan andere zonden?” Het antwoord op deze vraag is onderverdeeld in vier punten, elk gevolgd door een uitvoerige opsomming. Ik ben zo dicht mogelijk bij het origineel gebleven, maar heb van de opsomming vragen gemaakt om er een beter leesbaar geheel van te maken. Als ik de oorspronkelijke volzin letterlijk had vertaald, zou de betekenis minder goed zijn overgekomen.”
Verwijsteksten
Tanis-Baars beperkte haar werk niet alleen tot het vertalen, maar liep ook de honderden verwijsteksten uit de catechismus minutieus na. „Soms gaven die teksten meer duidelijkheid over de betekenis van een bepaalde zinsnede. Dat kwam de juiste vertaling van terminologie ten goede.” Een moeilijkheid vormden verschillen tussen de Engelse King Jamesvertaling en de Nederlandse Statenvertaling. „Bepaalde Bijbelverzen komen qua nummering niet overeen. Dat is vooral zo bij de Psalmen, maar ook elders zijn er soms onverwachte verschillen. Doordat alle verwijsteksten zijn gecontroleerd, is nu precies na te gaan waarop de auteurs zich baseerden.” Lachend: „Ik heb zelfs een stuk of vijf fouten ontdekt in de verwijzingen in het Engelstalige origineel, althans: in de versie die ik gebruikte. Dan stond er bijvoorbeeld vers 9, waar 19 bedoeld werd.”
Door de grondige aanpak maakte Tanis-Baars intensief kennis met de Westminster belijdenisgeschriften. De inhoud sprak haar persoonlijk bijzonder aan, zegt ze. „Er staan zulke mooie dingen in. Iets waar mijn oog werkenderwijs op viel, is de toelichting bij de aanspraak van het Onze Vader. De Grote Catechismus zegt: Dat de aanspraak in het meervoud is, leert dat we met elkaar en voor elkaar moeten bidden. Heel eenvoudig, maar erg mooi.”
Hoop en verwachting
Opvallend vond ze ook het evenwicht dat de opstellers van de catechismussen aanbrachten bij de beantwoording van vragen. „Enerzijds komt daarin onze eigen onmacht aan de orde en dat we alles van de Heere moeten verwachten. Maar ook spreken de schrijvers over het stellen van de hoop en verwachting op Christus, Die de wet volbracht heeft. Bij de uitleg van het slot van het Gebed des Heeren staat het mooi: „Aangezien Hij in staat en gewillig is om ons te helpen, ontvangen wij door het geloof vrijmoedigheid om Hem te smeken en worden wij aangespoord tot een stil vertrouwen dat Hij onze gebeden zal verhoren.”
Tanis-Baars hoopt dat de vertaalde belijdenisgeschriften van nut zijn bij persoonlijk gebruik, maar ook dat catecheten ermee aan de slag gaan. „De Grote Catechismus wordt beschouwd als het meest uitgebreide belijdenisgeschrift van de Reformatie. Het past in de puriteinse traditie om zorgvuldig en gedetailleerd te omschrijven wat beleden wordt en daarvoor gronden aan te dragen. Maar de Grote Catechismus werkt dat op een mooie manier ook heel praktisch uit.”