Buitenland

„Jordanië geen ‘thuisland’ voor Palestijnen”

Jordanië wil geen rol als ’thuisland’ van Palestijnse vluchtelingen en zal ook geen Palestijnen opnemen die door Israël van de Westelijke Jordaanoever worden verjaagd. Dat heeft de Jordaanse premier Faisal al-Fayez maandag gezegd in reactie op de suggestie van Israëlische politici dat Jordanië de ’natuurlijke thuishaven’ van Palestijnse vluchtelingen is.

AP
6 January 2004 08:53Gewijzigd op 14 November 2020 00:51

Enkele kleine rechtse Israëlische partijen vinden de creatie van een aparte Palestijnse staat overbodig omdat Jordanië, dat voor de Zesdaagse Oorlog van 1967 de zeggenschap over de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem had, feitelijk een Palestijns land is, dat ook voor de opvang van vluchtelingen van de Westoever zorg zou moeten dragen. Het idee is in het verleden ook door premier Ariel Sharon geuit, al heeft hij het er sinds zijn verkiezing tot premier nooit meer over gehad.

Tegenover het staatspersbureau Petra verklaarde Faisal al-Fayez dat Israël het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen en een eigen staat met Jeruzalem als hoofdstad moet erkennen. „Daarover kan niet onderhandeld worden. Jordanië is geen vervangend thuisland voor de Palestijnen en we zullen dan ook geen vluchtelingen meer uit de Palestijnse gebieden opnemen”, aldus de minister naar aanleiding van het bezoek van twee Israëlische leden van de Knesset aan Jordanië.

Enkele tientallen Palestijnse hulporganisaties weigeren Amerikaans overheidsgeld te accepteren uit protest tegen de van hen geëiste schriftelijke garantie dat de fondsen niet worden misbruikt voor terroristische doeleinden. Verschillende Palestijnse activisten hebben dit maandag gezegd.

Het geld wordt doorgesluisd via het Amerikaanse bureau voor internationale ontwikkeling (USAID), dat de afgelopen tien jaar ongeveer 1,3 miljard dollar aan Palestijnse groeperingen heeft gegeven. USAID eist echter sinds eind 2002 van hulporganisaties wereldwijd een ondertekende verklaring dat zij geen materiële steun of middelen verstrekken aan individuen of bewegingen die betrokken zijn bij terroristische activiteiten.

Voor Palestijnse hulporganisaties is het haast onmogelijk die belofte te geven, omdat bij ondertekening naar de achterban toe de indruk zou worden gewekt dat zij projecten afwijzen voor zo’n 25 Palestijnse organisaties, waaronder de Hamas en Islamitische Jihad. Maandag vergaderde een mantelorganisatie van 89 Palestijnse hulporganisaties over de problemen. Zo wordt erop gewezen dat charitatieve instellingen in Japan en de EU veel minder zware voorwaarden stellen.

De Israëlische premier Ariel Sharon heeft maandag op een vergadering van het centrale comité van zijn Likud-partij herhaald dat hij bereid is in het kader van een vredesverdrag met de Palestijnen enkele Joodse nederzettingen te ontmantelen. Sharon zei verder, onder luid boegeroep van veel van de bijna 3000 afgevaardigden, dat Israël in een onderhandelingsproces met de Palestijnen over de routekaart voor de vrede in principe zou kunnen instemmen met de oprichting van een Palestijnse staat.

Sharon herhaalde ook dat Israël, als in de komende maanden geen vooruitgang ten opzichte van de routekaart wordt geboekt, eenzijdige maatregelen zal nemen om beide partijen „militair en politiek van elkaar los te weken.” Ook dan zal Israël nederzettingen moeten prijsgeven, onderstreepte de premier. De VS en de Palestijnen zijn fel tegen eenzijdige stappen van Israël, omdat de Israëliërs in dat geval minder bereid zullen zijn tot concessies aan de onderhandelingstafel.

Sharons eerdere verklaringen over de noodzaak van concessies waren veel haviken binnen Likud in het verkeerde keelgat geschoten. Het centraal comité besprak dan ook eerder maandag voorstellen om de premier onder curatele te stellen. Zo werd een voorstel gedaan om het comité vetorecht te geven ten aanzien van belangrijke regeringsbesluiten betreffende de nederzettingen. Een ander voorstel zou ieder parlementslid of kabinetslid wiens handelen tegen de wensen van het comité indruist van passief kiesrecht uitsluiten. In een derde voorstel werd geopperd Palestijnen van de Westoever en de Gazastrook naar Syrië en Libanon te verdrijven. Geen van de voorstellen werd in stemming gebracht.

Sharon zelf reageerde niet op de voorstellen, maar zijn minister van onderwijs Limor Livnat sprak van „gekte” en riep Likud op „het gezond verstand” te laten prevaleren. Het centrale comité is formeel het hoogste beleidsorgaan van Likud, maar Sharon legde in het verleden wel vaker besluiten van het comité naast zich neer.

De Palestijnse premier Ahmed Qurei ziet voorlopig af van verdere pogingen een topontmoeting te beleggen met zijn Israëlische ambtgenoot Ariel Sharon. Qurei rechtvaardigde maandag zijn besluit met een verwijzing naar het optreden van Israëlische militairen, waardoor de afgelopen week negen Palestijnen de dood vonden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer