In april daarvoor was dat ook al eens gebeurd. De problemen betroffen gebrekkig onderhoud van de motoren, storingen in de bedieningsmechanismes, een niet goed werkende brandstofmeter, een in slechte staat verkerende cabine, gebrek aan reddingsmiddelen en het ontbrekende van de vereiste vliegkaarten.

Maandagavond is dat in Parijs bevestigd door de directeur–generaal van de Franse Dienst voor Burgerluchtvaart, Michel Wachenheim. Aanvankelijk maakten de Zwitsers alleen bekend dat er ernstige fouten waren geconstateerd – reden waarom de maatschappij een vliegverbod kreeg in Zwitserland – maar zonder opgave van de geconstateerde mankementen. Wel hebben de Zwitsers onmiddellijk de Europese Conferentie voor de Burgerluchtvaart ingelicht, waarbij 41 landen zijn aangesloten.

Volgens Wachenheim hebben de beide toestellen van Flash onmiddellijk daarop (van november 2002 tot en met februari 2003) een complete revisie ondergaan in Noorwegen. Daarna heeft de Franse maatschappij SNECMA in Marokko nog een motor vervangen van het verongelukte toestel.

Bij een controle in Polen in juli, en drie in Frankrijk in oktober en november vorig jaar werden dan ook geen ernstige tekortkomingen geconstateerd, aldus Wachenheim. Flash had zich de Zwitserse waarschuwing aangetrokken en er was geen enkele reden voor een vliegverbod aan de maatschappij in Frankrijk.

Maar inmiddels komen de tongen wel los, zij het over Flash–vluchten in juli 2003. Directeur Gilles Darriau van het vliegveld in Angers maakte voor de Franse televisie gewag van een volledig uitgeleefd, niet schoongemaakt en rammelend Flash–vliegtuig, waar hij dat jaar als passagier in zat. Zelfs de eerste–hulp–koffer ontbrak.

Een vroegere Zwitserse steward, ook passagier aan boord, liet zich in dezelfde termen uit: „Ik ben nog nooit zo bang geweest." Hetzelfde gold voor Italiaanse passagiers, die de schrik van hun leven kregen in oktober 2002 op een vlucht Charm el–Cheikh naar Bologna, toen een van de motoren ontplofte, in brand vloog en het toestel met zware slagzij uiteindelijk een noodlanding maakte in Athene.

Flash–directeur Mohammed Nour ontkent evenwel in alle toonaarden de veiligheid te hebben verwaarloosd. Uiteindelijk moeten de zwarte dozen op de bodem van de Rode Zee uitwijzen wat er echt is gebeurd. Vijfhonderd Franse militairen helpen inmiddels bij het zoeken ernaar, de bergingswerkzaamheden en bij het onderzoek. Een van de dozen zou maandagavond zijn gelokaliseerd.

Waarschijnlijk woensdagavond, heeft de Franse minister de Robien van Transport gezegd, stelt de regering een vliegtuig beschikbaar om nabestaanden naar de plaats des onheils te vliegen. Veel langer dan een dag zullen zij er niet blijven.

Franse en Egyptische autoriteiten sluiten een aanslag vooralsnog uit. Zij zetten dan ook vraagtekens bij een anoniem telefoontje dat maandag binnenkwam op het kantoor van het Franse persbureau AFP in Cairo. Daarin eiste een onbekende islamitische organisatie uit Jemen „de aanslag" op.

Tegelijkertijd werd gedreigd met „een aanslag binnenkort" op een toestel van Air France als Frankrijk niet onmiddellijk afziet van de komende,sluierwet’ op openbare scholen en in publieke diensten. President Chirac wil niet dat daar opzichtige religieuze kenmerken worden gedragen, zoals de sluier door moslim–vrouwen.