Hammond (58) zei vorig jaar dat hij bij de huidige stand van zaken voor uittreden uit het samenwerkingsverband van 28 landen zou stemmen. Zijn benoeming wordt dan ook gezien als een gebaar naar de ook in de Conservatieve Partij grote groep tegenstanders van het EU-lidmaatschap, die bij de verkiezingen voor het Europees Parlement massaal voor de UKIP van Nigel Farrage stemden.

Op ethisch gebied is Hammond uiterst behoudend. Hij was een van de vier leden van het kabinet die vorig jaar niet voor de legalisering van huwelijken van personen van hetzelfde geslacht stemden. Kort daarvoor had hij het homohuwelijk met incest vergeleken.

Hammond werd op 4 december 1955 geboren als zoon van een ingenieur in Epping in het zuidoosten van Engeland. Hij vervulde diverse posities in het bedrijfsleven, totdat hij in 1997 tot lid van het Lagerhuis werd gekozen. Zo was hij werkzaam voor een bedrijf dat medische apparaten ontwikkelde en was hij directeur van Castlemead, dat actief is in de bouw van onder meer verzorgingshuizen. Ook was hij enige jaren adviseur van de regering van het Afrikaanse land Malawi.

In 2005 trad Hammond toe tot het schaduwkabinet van Cameron als minister voor Werkgelegenheid en Pensioenen. Nadat Cameron in 2010 premier was geworden, werd Hammond minister van Transport. Anderhalf jaar later, in oktober 2011, werd hij minister van Defensie.

Op Defensie maakte hij het vrouwen mogelijk te dienen op onderzeeboten van de marine. Ook kondigde hij een forse inkrimping van het personeelsbestand van Defensie aan.