„Veel consumenten hebben de aankoop van hun woning lange tijd uitgesteld, waardoor er nu een soort prop van de markt schiet”, zegt NVM-voorzitter Ger Hukker. „Er is sprake van een inhaalvraag die wordt versterkt door nieuwe beleidsmaatregelen als de starterslening en het versoepelde schenkingsrecht.” Ook het strengere huurbeleid met hogere huurprijzen en de lage hypotheekrente geven de koopwoningmarkt volgens hem een extra duwtje in de rug.

In totaal verkochten NVM-makelaars in de periode april-juni 29.216 woningen. Dat is 41 procent meer dan in dezelfde maanden vorig jaar. Het gemiddelde bedrag waarvoor een woning van de hand is gedaan, kwam afgelopen kwartaal uit op 215.000 euro.

De NVM waarschuwt ondanks de positieve berichten voor al te groot optimisme. De huizenprijzen liggen nog altijd ver onder het niveau van voor de crisis en een aantal van de effecten die de woningmarkt nu extra aanjagen, zijn maar van tijdelijke aard. Bovendien is sprake van grote regionale verschillen. Het krachtige herstel doet zich vooral voor in de grote steden, niet op het platteland. Sommige woningtypen, zoals vrijstaande woningen, zijn op jaarbasis ook nog altijd in prijs gedaald.

De vraag naar woningen wordt volgens de NVM nog steeds geremd door de verscherpte kredieteisen van banken. Het feit dat veel huishoudens zitten opgescheept met een restschuld is eveneens een knelpunt dat de doorstroming op de woningmarkt belemmert, aldus de makelaarsorganisatie.

Ongeveer 45.000 woningen, ofwel een vijfde van alle huizen die te koop staan, worden door de NVM geclassificeerd als moeilijk verkoopbaar. Dit zijn veelal duurdere huizen die al langer dan een jaar worden aangeboden. De vraagprijs van deze woningen ligt door de bank genomen nog zeker 20 procent boven de geschatte marktwaarde.