Dat pleidooi voert drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de GB, deze week in De Waarheidsvriend, uitgave van de GB. Hij wijst erop dat eind dit jaar ds. F. van Roest terug moet treden als synodelid: „Hij is het enige synodelid dat als predikant een gemeente dient die zich tot de GB rekent.”

Vergunst stelt dat een citaat van ds. L. Kievit over zijn synodewerk „nog niet aan actualiteit heeft ingeboet”: „Er zijn weinig dingen waar we echt verstand van hebben. Dat is wel zo als het gaat over het hart van de theologie, de gereformeerde prediking en dogmatiek. Als het (in de synode, red.) op de wezenlijke punten aankomt, moet je paraat wezen.””

Vergunst begrijpt dat predikanten kunnen worden opgeslokt door hun belangrijkste taak: het werk in de plaatselijke gemeente. Toch wijst hij op het grote belang van de synode, die leidinggeeft aan „het leven en werken van de kerk”, en verantwoordelijkheid heeft voor de (kleine) gemeenten. „Dat is anno 2014 geen sinecure en daarom is het goed als synodelid mee te denken en te beslissen op welke wijze dit gebeurt.” Daarnaast kunnen we denken aan het getuigenis van de kerk in de samenleving en de relatie met andere kerken, aldus Vergunst.

De algemeen secretaris pleit er ook voor dat in kerkenraden en gemeenten de betrokkenheid op de synode wordt vergroot door ervoor te bidden en door het onderwerp in vergaderingen op de agenda te zetten.